Kruimelpad
- Home
- Alle Artikels
- Genderongelijkheid
- Nee, het zit niet tussen je oren , over genderongelijkheid in de geneeskunde
Nee, het zit niet tussen je oren , over genderongelijkheid in de geneeskunde
Mannen hebben vaker last van hartkwalen, maar vrouwen hebben meer kans om eraan te sterven. Van ‘Je bent misschien gewoon wat vermoeid’ tot ‘Het zit tussen je oren’: als vrouw hebben we het allemaal al wel gehoord wanneer we onze symptomen aan een medische beroepskracht vertellen. Soms is dat advies onschuldig, maar soms ook niet. Komt daarbij dat typisch vrouwelijke symptomen vaak onderbelicht blijven; vrouwen worden opgevangen door een medisch systeem dat eigenlijk niet volledig op hen is afgestemd.
‘Ik zal erover waken dat mijn houding tegenover patiënten niet beïnvloed wordt door levensbeschouwing, politieke overtuiging, sociale stand, ras, etnie, nationaliteit, taal, gender, seksuele voorkeur, leeftijd, ziekte of handicap.’
De vrouwelijke afwijking
Een hartaanval kenmerkt zich toch door die typische, uitstralende pijn naar je linkerarm? Klopt, al is dat veel vaker de voorbode van een hartaanval bij mannen dan bij vrouwen. Wie de symptomen van een hartaanval opzoekt op het internet, krijgt meteen de typisch mannelijke symptomen te lezen. Voor de vrouwelijke symptomen moet je de zoekterm ‘symptomen hartaanval vrouw’ intikken. Daaruit kan je afleiden dat de mannelijke symptomen als standaard worden gezien, en de vrouwelijke als ‘afwijking’. En dat is gevaarlijk. Het zorgt ervoor dat vrouwen statistisch gezien meer kans hebben om te overlijden aan een hartaanval omdat hun symptomen vaak onder de radar blijven.
Seksisme en medische proeven
Dat subtiele, maar levensgevaarlijke staaltje seksisme is trouwens niet alleen van belang bij de detectie van hartkwalen. Ook in andere medische domeinen lijken we ervan uit te gaan dat mannen en vrouwen grotendeels hetzelfde lichaam hebben, maar dat vrouwen een paar eigenaardigheden ten toon spreiden, zoals menstruatie of migraine. Migraine werd trouwens lange tijd gezien als een ingebeelde ziekte en werd aanvankelijk door psychologen behandeld, voor de afdeling neurologie zich erom bekommerde. Dat echter geheel terzijde.
Toen er begin vorige eeuw sprake was van een tekort aan mannen en een overschot aan vrouwen, werden ziektes bij vrouwen pas serieus genomen. De gezondheid van vrouwen werd belangrijk omdat ze moesten kunnen instaan voor het baren van volgende generaties. Toch zijn vrouwen nog steeds ondervertegenwoordigd als proefpersonen bij medische proeven en wordt er met hun klachten bijna geen rekening gehouden.
Zo wordt er volgens Caroline Criado Perez, auteur van het boek Onzichtbare Vrouwen, bij medische proeven steevast geopteerd voor jonge gezonde mannen als proefpersonen. Die mannen worden dan medisch begeleid, en aan het einde van de proef worden hun ervaringen en bijwerkingen genoteerd, en uitgebreid naar het vrouwenlichaam. Dit hoewel er bij veel medische proeven maar weinig vrouwelijke proefpersonen zijn. Gevolg: de bijwerkingen die we als vrouw laten optekenen bij de dokter zijn ‘hoogst eigenaardig’, omdat ze afwijken van die mannelijke standaard. Maar ze zijn er wel degelijk.
Mannen hebben pijn, vrouwen ‘denken’ dat ze pijn hebben
Enerzijds worden vrouwspecifieke symptomen als atypisch gezien, omdat de onderzoeken de variabele ‘geslacht’ niet altijd meenemen in hun proeven. Anderzijds worden vrouwen door hun atypische klachten aan de ene kant en een zeker medisch seksisme aan de andere kant, niet altijd even serieus genomen wanneer zij over hun klachten vertellen. Medical gaslighting heet dat, en menig vrouw zal het al ervaren hebben. Het gevaar hierbij is dat diagnoses verkeerd of helemaal niet ingeschat worden. Van alle patiënten met onverklaarbare klachten is 70 tot 90 % vrouw.
Zo worden vrouwen op de spoedafdeling minder serieus genomen dan mannen. Een Zweedse studie uit 2014 toonde aan dat vrouwen na hun aankomst bij spoed veel langer op een dokter moesten wachten dan een mannelijke patiënt, en dat ze minder vaak als dringend geval werden gezien.
Uit een Amerikaanse studie uit 2005 bleek al eerder dat vrouwen die naar spoed gingen met ernstige buikpijn 33 procent langer moesten wachten dan mannen met dezelfde symptomen. En wanneer mannen en vrouwen aangeven dat ze pijn op de borst hebben, zullen mannen zo’n 2,5 keer sneller naar een cardioloog worden doorverwezen. Dit terwijl slechts een derde van de deelnemers bij klinische proeven vrouwen zijn, aldus Annemarie Schumacher Dimeche van de Universiteit van Luzerne.
Vrouwen krijgen ook vaker kalmeringsmiddelen wanneer ze pijnklachten beschrijven en worden vaker afgeschreven als psychiatrische patiënten. Dat terwijl mannen die zeggen dat ze pijn hebben, gewoon pijnmedicatie krijgen, zo blijkt uit onderzoek. Een ‘pijnkloof’ is dus nog niet zo vergezocht. Maar niemand verdient het om pijn te hebben. We verdienen allemaal om gezond te zijn. Daarom wordt het eindelijk eens tijd voor meer gendergevoelige geneeskunde.