Waar blijft mijn tijd?

Nog winkelen, koken, met de hond wandelen… We hebben altijd 1001 dingen op ons lijstje staan. ‘Vrouwen ervaren een aanzienlijke tijdsdruk en hebben minder vrije tijd dan mannen’, zegt Tanja Van Der Lippe, hoogleraar sociologie aan de Universiteit Utrecht en expert op gebied van tijdsbesteding. ‘Maar die tijdsdruk is geen probleem van vrouwen. Het is een probleem van de gehele maatschappij.

Vrouwen hebben jammer genoeg veel moeite om voldoende vrije tijd te nemen. En wanneer we het toch doen, voelen we ons vaak schuldig. Er zijn ontzettend veel drempels die ons tegenhouden om bewust tijd te maken voor onszelf: ‘Maternal gatekeeping' (poortwachterschap) is zo’n drempel. Daarbij gaan moeders poortwachter zijn voor het hele gezin. De moeder wil altijd het goede doen voor het gezin, zelfs bij eenvoudige taken zoals het voorbereiden van traktaties voor een kinderfeestje. Dit knabbelt natuurlijk aan haar vrije tijd. En als de partner wil helpen, heeft de vrouw daar vaak moeite mee omdat het haar identiteit raakt. Op dat moment komt gender om de hoek kijken’, zegt Van De Lippe. ‘Het is belangrijk om de normatieve druk te veranderen. Vrouwen hebben altijd geleerd dat ze eerst voor hun kinderen moeten zorgen en dan pas voor zichzelf.’

 

Maar ook onze omgeving speelt vaak een grote rol in het probleem van te weinig eigen tijd.

‘Kennissen en vrienden beoordelen elkaar voortdurend. Die sociale beïnvloeding is een belangrijke factor. Als je bijvoorbeeld op bezoek gaat bij een koppel met kinderen, en het is een rommeltje thuis, ga je al snel de vrouw de schuld geven.’

Ook wetten en regels hebben invloed op de vrije tijd van vrouwen. Ze zorgen er soms voor dat bepaalde stereotypen blijven bestaan en zelfs versterkt worden. Bijvoorbeeld de beperkte verlofmogelijkheden voor vaders na de geboorte van hun kind(eren): ‘In Nederland is het verlof voor vaders altijd erg beperkt geweest. Pas sinds 1 juli 2020 krijgt de vader 5 werkweken vrij en 70% doorbetaald. Dat heeft invloed op de verwachtingen en rollen die mannen en vrouwen krijgen aangeleerd.’

Volgens Van Der Lippe is het dan ook moeilijk om in deze context te spreken van vrije keuzes: ‘Het is lastig om hier van keuzes te spreken, want je handelt zoals je hebt geleerd.’ Ze zegt wel dat langer opgeleide vrouwen meer geneigd zijn om afwegingen te maken tussen wat ze aangeleerd kregen en hun eigen mogelijkheden op de arbeidsmarkt of hoe ze hun vrije tijd willen besteden.

 

Tot slot benadrukt de sociologe dat het nemen van echte vrije tijd - dus zonder dat je productief bent - essentieel is: ‘Rust wordt erg onderschat, maar het is ontzettend belangrijk voor onze gezondheid en ons welzijn. Daarom is het cruciaal dat mannen en vrouwen - ongeacht hun gezinsverantwoordelijkheden - tijd vinden voor zichzelf.