Interview Sissi Seifert

Modeshow in Mechelen - allen daarheen!

 

Van speldenkussens naaien naar het opzetten van een heuse modeshow: Tijd Voor Mij-coach Sissi Seifert vertelt over de uitdagingen en successen van haar cursisten.

 

Op 29 november organiseren jullie in LDC Den Abeel in Mechelen een heuse modeshow! Wie werkt daar allemaal aan mee?

Sissi Seifert: ‘Voor dit project werkt Femma Tijd Voor Mij samen met vier partner-organisaties: LDC Den Deigem, LDC Den Abeel, LDC De Schijf en wijkhuis Papenhof. Femma levert de coaches en het materiaal; de deelnemers komen van de partnerorganisaties. De show wordt volledig door de deelnemers zelf opgezet. Zij maken de kleren en doen ook het modellenwerk. Er zijn wel een paar deelnemers die aan vrienden of familie gevraagd hebben of ze in hun plaats willen defileren. “Ik vind het heel tof dat mijn werk aandacht krijgt, maar zelf hoef ik die aandacht niet,” zei een van de deelnemers.’ 

 

Kleding maken voor een modeshow, dat lijkt me niet eenvoudig.

Sissi: ‘Dat is het ook niet. Het vraagt heel wat meer vaardigheden dan wanneer je bijvoorbeeld een speldenkussen of een mandje naait. Wanneer deelnemers zeggen dat ze kunnen naaien, bedoelen ze bovendien vaak dat ze kunnen stikken, maar bij het maken van een kledingstuk komt heel wat meer kijken: je moet een patroon tekenen en uitknippen, inzicht hebben in hoe bijvoorbeeld een keergat werkt, afzakkende schouders aanpassen… Dat is allemaal niet vanzelfsprekend.’

 

Het was dan ook prachtig om te zien hoe er verborgen talenten bovenkwamen. Dan zie je vrouwen plots perfecte patronen tekenen of als een expert kleuren combineren. Dit project was voor hen een motivatie om hun grenzen te verleggen. Deelnemers die voorheen bijvoorbeeld nog nooit een overlock hadden gebruikt, wilden dat nu leren, want voor kleren is die steek echt nuttig.

 

Keergat, overlock… Bij naaien wordt heel wat jargon-taal gebruikt. Was taal soms een hindernis?

Sissi: ‘Als je de taal niet machtig bent, dan wordt het inderdaad moeilijk. Om een nieuwe vaardigheid te leren, moet je immers gerichte vragen kunnen stellen, en als daar nog eens de specifieke woordenschat van het naaien bij komt, dan kan dat een hele uitdaging zijn.’

 

Was het ook voor jou een uitdaging?

Sissi: ‘Dit project vraagt van mij als coach wel een extra engagement. Vooral het feit dat de patronen voor kleren ingewikkelder zijn, bracht meer werk met zich mee: nakijken of de deelnemers de patronen goed overgenomen hadden, thuis meer patronen maken… Soms moest ik iets aanpassen, soms alles opnieuw maken. Ik ben twee volle weekends bezig geweest om al het materiaal bij elkaar te krijgen. Maar eens je dat materiaal hebt, kan je dat later ook in andere groepen gebruiken. Ook in de lessen is het harder werken dan voorheen, maar dat betekent niet dat we moeten inboeten aan gezelligheid.’ 

 

Wat komt er nog allemaal kijken bij het opzetten van een modeshow, behalve het naaien zelf?

Sissi: ‘We zijn samen de stoffen gaan kopen. Dat was heel leuk: allemaal samen de trein op naar Antwerpen en daar stoffenwinkels bezoeken. We hebben die dag heel wat gelachen. We hebben echt geluk dat we zo’n goede band met elkaar hebben. Iedereen is er voor de ander.’

 

‘Onze doelstelling was: als we twintig stuks aan een publiek kunnen tonen, is het geslaagd. Die twintig stuks hebben we al ruim gehaald - nu het publiek nog. Dat is natuurlijk een factor waar je zelf minder vat op hebt. Ik hoop dat er mensen komen kijken die appreciatie hebben voor ons werk. De deelnemers verdienen dat, een goed publiek.’