Groep in de kijker: Naaiworkshop Tijd Voor Mij in Kontich
Hilt Teuwen (72 jaar) is lesgever bij Femma en Tijd voor mij. In het buurthuis van Kontich Kazerne gaf ze een workshop naaien, waar er meer gebeurde dan naaien alleen…
Tekst: Kathleen Verbiest
Zes deelnemers, vijf talen
Hilt: “Ik gaf een reeks van tien naailessen aan een groep die volledig bestond uit nieuwkomers: een Braziliaanse, een Somalische, een Afghaanse, een Poolse en twee Oekraïense vrouwen. Ze spraken dus bijna allemaal een verschillende taal, en slechts twee van hen spraken vlot Nederlands. Wat taal betrof, moesten we ons dus behelpen: ik gaf de les in het Nederlands, maar sprak ook Engels, Frans en wat Spaans. Na mijn uitleg hielpen de vrouwen elkaar dan met vertalen. Zo spraken twee van hen wat Russisch, en die hielpen dan vertalen voor de vrouwen uit Oekraïne. Het ging dus allemaal met omwegen, en soms moest ik de dingen met handen en voeten uitleggen, maar het lukte wel. Het zijn immers praktische lessen, dus als je de woorden niet begrijpt, kan je makkelijk links en rechts kijken bij de anderen om te zien wat je moet doen.”
Geknoei schept verbinding
“Dat geknoei met talen zorgde er wel voor dat het erg snel een hechte groep werd. Het gaf een andere dynamiek dan in een groep waar iedereen naar je uitleg luistert en dan individueel aan het werk gaat. Hier gaf ik mijn uitleg, en dan werd dat doorverteld. Zo ontstond er verbinding. Dat zoeken naar verbinding met elkaar werd verdergezet in de koffiepauze en ook na de les zochten de deelnemers contact met elkaar. Die vrouwen kwamen uit verschillende landen en continenten, maar net dat hadden ze met elkaar gemeen: dat ze allemaal nieuwkomers waren. Door hun gelijkaardige ervaringen met elkaar te delen, konden ze dus op een bepaalde manier thuiskomen bij elkaar.”
Een aangepast ritme
“Met nieuwkomers werken is voor mij geen nieuwe ervaring. Ik heb heel mijn beroepsleven met vluchtelingen gewerkt en ben nu nog altijd voogd van niet-begeleide minderjarigen. Die ervaring hielp me om mijn cursisten op een passende manier te begeleiden. Zo’n groep nieuwkomers heeft immers een heel eigen dynamiek, omdat ze getekend zijn door het vluchteling zijn. Als je aan zo’n groep lesgeeft en je wil dat op de klassieke manier doen, dan kan je het wel vergeten. Het is heel belangrijk om hun ritme te accepteren. Met een groep deelnemers van hier kan je bijvoorbeeld makkelijk zeggen: komaan, genoeg geklets, laten we verder werken. Met een groep nieuwkomers ben je soms de helft van je uren kwijt omdat ze hebben zitten praten en ervaringen uitwisselen. Dat is erg belangrijk voor hen, dus is het goed om af en toe mee te gaan in dat ritme.”
Een nieuw leven bij elkaar naaien
"Iedereen die naar een naailes gaat, wil natuurlijk iets maken waar ze fier op kunnen zijn. Maar voor deze vrouwen was dat nog net iets belangrijker. Dit waren mensen die alles hadden moeten achterlaten. Ze moesten helemaal van nul beginnen om hun leven weer op te bouwen, en zelf dingen naaien hielp om weer wat kleur en comfort in hun leven te brengen. Als je bijvoorbeeld met een groep vrouwen van hier werkt, dan is dat helemaal anders. Die vrouwen hebben gedurende hun leven dingen kunnen verzamelen. Zij hebben bijvoorbeeld al een speldenkussen of een tasje, en als ze dat niet hebben, kunnen ze het makkelijker gaan kopen.”
“Voor deze vrouwen was het ook heel belangrijk dat ze iets konden maken waarvan ze konden zeggen: kijk, dit heb ik gemaakt, ik kan iets. Ze zijn terechtgekomen in een land waarvan ze de taal en de gewoonten niet kennen, dus als ze dan de kans krijgen om te tonen dat ze wel iets kunnen, sterkt hen dat in hun zelfwaardering. Natuurlijk speelt dat ook bij andere groepen, maar niet in dezelfde mate als bij een groep nieuwkomers.”
Thuiskomen in het buurthuis
“Ik vind het bijzonder fijn dat het buurthuis van Kontich Kazerne die groep ondersteunt. Daarmee erkennen ze dat gemigreerde vrouwen niet enkel verbondenheid met Vlaamse vrouwen nodig hebben, maar dat ze ook elkaar nodig hebben. Zo laat de organisatie nieuwkomers het recht om in hun eigen gemeenschap thuis te komen. Dat is heel belangrijk.”