Kruimelpad
- Home
- Alle Artikels
- Werk combineren met zorg voor eerste kind? Grotere impact op moeders
Werk combineren met zorg voor eerste kind? Grotere impact op moeders
Elisabeth Abraham, die recent haar doctoraat afrondde aan de KU Leuven, deed onderzoek naar de ervaring van werkende koppels met een eerste kind. Daaruit bleek dat de terugkeer naar het werk na een eerste kind vooral voor moeders een grote impact heeft.
‘Loopbaanonderzoek kijkt weinig naar de privécontext van de ondervraagden. Zo is er redelijk wat geweten over de weerslag van een eerste kind op het welzijn van koppels, maar minder over de impact op de loopbanen van tweeverdieners. Maar intuïtief voel je wel dat die twee domeinen - loopbaan en privé - nauw verbonden zijn met elkaar. Ook wordt de privé-context vaak niet meegenomen bij loopbaanbegeleiding, of bij het formuleren van beleidsadviezen over loopbanen’, zegt Elisabeth Abraham, doctoraatstudent aan de KUL.
Elisabeth deed onderzoek bij 106 tweeverdienersgezinnen. Ze wilde nagaan of er op werkvlak iets verandert voor één van beide ouders na de komst van een eerste kind. Maar ook of de verdeling van zorg- en huishoudelijke taken verschuift.
Traditionelere rolverdeling
‘Over het algemeen zien we dat de komst van een eerste kind de taakverdeling van koppels traditioneler maakt: mannen investeren meer in hun carrière en vrouwen meer in de zorg voor het gezin en het huishouden', zegt Elisabeth. Maar haar onderzoek geeft toch enkele kanttekeningen: zo gaf meer dan de helft van de ouders (56%) aan dat hun loopbaan even belangrijk is als die van de partner. Voor 80% van hen was de situatie niet gewijzigd door de komst van het kind, en slechts 16% gaf aan dat ze de loopbaanverdeling met hun partner graag anders zouden zien. 'Maar de perceptie verschilt wel: van de vaders rapporteerde 61 procent een gelijke loopbaanverdeling met de partner, terwijl slechts 51 procent van de vrouwen datzelfde aangaf. Vrouwen zeiden bovendien vaker dan mannen dat hun loopbaan minder belangrijk is geworden door het kind.’
Vrouwen gaan minder werken
Vrouwen in de studie verminderden hun arbeidstijd vaker voor hun eerste kind: 19 procent koos voor deeltijds werk en 12 procent voor een deeltijdse loopbaanonderbreking. Bij mannen waren deze percentages respectievelijk 4 en 1 procent. Mannen veranderden daarentegen vaker van baan vanwege hun kind: 12 procent van hen deed dat, vergeleken met 4 procent van de vrouwen.
‘Mogelijk komen mannen komen iets later tot het besef dat hun huidige baan niet echt compatibel is met het familieleven, terwijl vrouwen vermoedelijk al veel eerder nadenken over een organisatiecontext die werkt in combinatie met hun gezin. Maar er is ook meer begrip voor jonge moeders die het werk inrichten naar hun familiesituatie. Toen ik vroeger weg moest op werk om onze dochter van de crèche te halen was dat bijvoorbeeld nooit een probleem, terwijl dat voor mijn man moeilijker lag op de werkvloer.’
Elisabeth: ‘Vrouwen ondervinden wel nog veel negatieve gevolgen van hun moederschap in hun loopbaan, omdat ze vaker deeltijds gaan werken of naar een deeltijdse loopbaanonderbreking gaan. En dat heeft een effect op de langere loopbaan. Toch was ik als onderzoekster zelf verrast te leren dat voor de meeste respondenten de huidige verdeling van loopbaanprioriteiten overeenkwam met hun ideale situatie – of deze verdeling met de partner nu gelijk of ongelijk was. En ouders met een niet-ideale loopbaanverdeling waren daardoor niet minder tevreden met hun loopbaan. Daar zijn mogelijke verklaringen voor: werkende ouders kunnen hun ideaalbeeld in de loopbaan tijdelijk bijstellen om tegemoet te komen aan de noden thuis. Of hun prioriteiten verschuiven definitief. De vraag voor toekomstig onderzoek is dan hoe ouders zich op lange termijn zullen voelen over hun loopbaan, als een niet-ideale situatie aansleept.’
Dubbele shift voor vrouwen
Moeders besteden nog steeds dubbel zoveel tijd aan de zorg voor het kind als vaders, met 25 uur per week ten opzichte van 12,1 uur. 61% van de respondenten vond de verdeling van zorgtaken met de partner niet ideaal. Wat betreft huishoudtaken was het genderverschil kleiner (met gemiddeld 11,7 uur voor vrouwen en 9,6 uur voor mannen). Maar de taakverdeling binnen het gezin kan duidelijk beter: 70% van de respondenten zou het huishouden idealiter anders verdelen met de partner. 'In vergelijking met de loopbaan ligt de ideale taakverdeling thuis duidelijk verder van de realiteit. Het is mogelijk dat door ouderschap de focus verschuift. Misschien is het werk momenteel maar even wat het is en is het gemakkelijker om compromissen te sluiten op loopbaanvlak, maar storen de verschillen en ongelijkheden op het thuisfront storen dan des te meer.'
‘Vrouwen spenderen gemiddeld minder tijd aan werk dan mannen, maar zij nemen wel veel meer op qua zorg- en huishoudelijke taken. Als je alle uren samentelt, draaien vrouwen een zogenaamde dubbele shift. Bij mannen liggen die uren voor taken thuis gemiddeld een stuk lager. En dat verschil wordt dus nog groter wanneer er een eerste kind komt.'
Vaders willen meer doen, moeders minder
'Als de verdeling in jouw gezin qua zorg- en huishoudelijke taken, maar ook qua loopbaanprioriteiten, niet juist zit voor één van beide partners, heeft dat een negatieve invloed op het welzijn van die persoon. Ik zie dus wel duidelijk ruimte voor partners om te streven naar een gezonde match op dat vlak. Gelukkig zie ik wel consensus in mijn data tussen moeders en vaders. Vaders willen vaak iets meer taken thuis opnemen, moeder iets minder. De neuzen staan dus al wel in dezelfde richting.'