Kruimelpad
- Home
- Alle Artikels
- Tijd Voor Mij
- Koude pudding en warme harten
Koude pudding en warme harten
Het tijdelijke opvangcentrum voor asielzoekers in Deurne ligt verborgen in een woonwijk nabij de E34. Ik ga erheen om de Femma-workshop ‘Keukenhelden’ mee te maken. Aan de telefoon vertelde coach Rita me al dat er vaak heel wat improvisatie aan te pas komt. Ik ben benieuwd.
Ik ben iets te vroeg, dus wacht ik in de hall bij het onthaal. Het blijkt de vaste plek te zijn van een jongen van een jaar of 16 met een gelukkige glimlach op zijn gezicht. Hij verwelkomt iedereen in een onverstaanbaar taaltje. Ik geloof dat hij Afghaans is. Soms denk ik een Nederlands woord te herkennen. Passerende mensen glimlachen en zeggen iets terug. Sommigen proberen een praatje met hem te maken. Dit voormalige klooster van de Zusters van het Heilig Hart heeft gespecialiseerde plaatsen voor andersvaliden en minder mobiele personen. De vriendelijkheid laat zich voelen, zowel bij de medewerkers en de vrijwilligers die hier binnenlopen, als bij de bewoners die je begroeten.
Naar de keuken
Daar is Rita, met twee zware tassen. Ze neemt me mee naar de keuken. Die ligt links, aan het eind van de gang. We banen ons een weg tussen spelende kinderen. Ik hoor Engels en Nederlands door elkaar.
De keuken is leeg. De stoelen staan op de tafels. De grote vensters geven uitzicht op de groene tuin. “Ik neem gewoonlijk deze hoek”, vertelt Rita. De tafels staan er in een u-vorm. We zetten de stoelen op de grond. “Ik heb geen idee hoeveel er zullen komen. Blijkbaar is er vandaag ook een knutselmoment voor de kinderen. Meestal komen die mee met de mama’s. We moeten afwachten.”
Creatief met het thema
Rita toont me de schorten die ze bijheeft. “Kijk, dit hebben we vorige keer gemaakt. De mama’s en kinderen hebben elk hun eigen schort bestempeld met aardappelstempels. Ze hebben er hun naam op geschreven.” Thuis heeft Rita er een lint aan genaaid en ze gestreken. “Die kunnen ze vandaag dragen. Nu hebben ze iets van zichzelf. We hebben ook al papieren koksmutsen geknutseld, maar die waren snel kapot.”
De workshop heet dan wel ‘keukenhelden’, maar echt kokerellen lukt hier niet. Daarvoor is er te weinig materiaal voorhanden. “Meestal combineer ik een knutselmoment met een simpel gerechtje dat we aan de tafels kunnen klaarmaken”, vertelt Rita. “Ik heb al geleerd dat ik het best eenvoudig hou. Zo kunnen de kinderen helpen, en ze zien snel resultaat.”
“Meestal combineer ik een knutselmoment met een simpel gerechtje”
Voor vandaag heeft Rita afdrukken gemaakt van twee kleurprenten: een tekening van kip en een van een bord met lepel, mes en vork. “Die ga ik hen laten overtekenen op deze papieren placemats. Als ze elk hun eigen placemat hebben ingekleurd, maken we koude pudding.”
Mondjesmaat komen de deelnemers binnen. De eerste is een oma met een baby in een kinderwagen. Ze knikt vriendelijk, maar zegt geen woord. Daarna volgt een vrouw met haar dochtertje van 7 en een peutertje dat slaapt in een buggy. Rita is blij dat ze er is. “Dat is Elvira, die komt elke keer. Ze komt uit Albanië en ze is hier met haar vier kinderen.”
Rita geniet ervan om de schorten uit te delen. Ze zijn er blij mee en ze poseren graag voor een foto. Dan zoeken ze een plek aan de tafel en kiezen ze welke tekening ze willen maken.
De kinderwagen krijgt een rustig plekje. Ondertussen kom ik te weten dat ook de oma Albanees spreekt, net als Elvira en haar dochter. Het meisje speelt spontaan voor tolk, haar Nederlands is verbazend vlot.
Het meisje van 7 speelt spontaan voor tolk
De wereld aan tafel
De derde vrouw is van Eritrea. Dan zijn er nog een moeder en dochter uit Congo, en een vrouw met twee tienerdochters uit Zuid-Soedan. De tafel raakt gevuld. De zon schijnt naar binnen. Het begint er een beetje feestelijk uit te zien.
Rita probeert aan iedereen in het Nederlands, Frans of Engels uit te leggen wat de bedoeling is. Ze heeft gezorgd voor papier, kleurtjes en stiften. Ik heb de indruk dat de vrouw met de tienerdochters wat moeten lachen om de opdracht. Vinden zij het te simpel, vraag ik me af. Je weet ten slotte niet welke achtergrond deze mensen hebben. Toch doen ze mee. En eens op dreef, lijken de meisjes er plezier in te hebben om hun creativiteit de vrije loop te laten. De een zet een geslaagde kip op papier, en een tweede voor haar zus, die besluit ze op een niet-conventionele manier in te kleuren. Ze lachen om zichzelf. Omdat ze behalve Frans ook Lingala praten, wisselen ze een woordje met de vrouw uit Congo. Die is hier met haar vier kinderen, zegt ze me.
“Mijn oudste dochter zit op de kamer”
Ze zoeken allemaal hun weg
Op plekken als dit lees je veel bereidwilligheid op gezichten, maar als je geen woorden kunt uitwisselen, blijft het bij een vriendelijke glimlach en wat gebaren. Dan ben je blij als je Frans of Engels hoort. Of wanneer er een snugger kind rondloopt dat al vlot Nederlands kan. Want buiten de talenkennis is er echt niet zo’n groot verschil tussen deze mensen. Moeders met hun dochters, ze stralen allemaal dezelfde trots en liefde uit.
In mijn beste Frans probeer ik ook mijn praatje te maken met het Soedanese trio. Ik geef hen complimententjes over hun talent en vraag of ze hier met heel hun gezin zijn. “Ik heb nog een derde dochter hier,” zegt de moeder. “Zij is de oudste. Ze zit op de kamer, ze heeft geen armen.” Ik knik met een glimlach en verberg dat ik geschrokken ben. Ongewild komen er beelden en vragen in je op, dingen waar je niet naar durft vragen. Ik worstel vooral met de gedachte hoe zij zich daar voelt op een moment als dit, zo in haar eentje. En ik bewonder haar moeder.
Kaya
Geregeld staat de oma op om naar haar kleinzoon te gaan kijken. Slaapt hij al? Ik piep ook even. Zijn blauwe ogen zijn wijd open, maar hij geeft geen kik. Ze laat hem een beetje water drinken. Zijn papa loopt in de tuin. Hij kijkt even naar binnen. Oma doet nog eens een rondje met de kinderwagen, maar in slaap vallen doet de kleine niet. Ze neemt hem op de schoot. Ze is zot van hem, dat zie je. Hij is zeven maanden, zegt ze. Zijn naam is Kaya.
Ik help even met het aanslijpen van wat kleurpotloden.
In mijn ooghoek zie ik de vrouw uit Eritrea naar de Albanese oma gebaren dat zij de baby ook even wil vasthouden. Ze steekt haar armen uit over de tafel. Heel even twijfelt de oma, maar dan geeft ze de jongen door. Wat een betekenisvol, aangrijpend gebaar. Een baby toevertrouwen aan de armen van een vreemde vrouw, uit een ander werelddeel, een andere cultuur. Ook al houdt de oma haar in het oog, dit is vertrouwen op de universele liefde voor kinderen.
Pudding
Naarmate de placemats ingekleurd geraken, komen er meer en meer kinderen hun moeders zoeken. Hun knutselmoment is afgelopen. En uiteraard willen ze graag mee pudding maken en proeven. Met heerlijk kinderlijk ongeduld. Ook dat is universeel.
Na een korte koeling om de pudding te laten opstijven, wordt er gesmuld. Dan is het tijd om in te pakken. De kleine Kaya ligt weer in de kinderwagen, de vrouwen helpen opruimen. “Niet vergeten: binnen twee weken kun je weer komen, zeker doen!” drukt Rita ze allemaal op het hart. Ze heeft deze mensen echt graag, merk ik. Ze kijkt er oprecht naar uit om ze weer te zien.
Misschien ga ik ook nog eens langs.
Wollen harten en coole wraps
Twee weken later wip ik nog eens binnen. Het is bijna Valentijn. “We hebben wollen hartjes geknutseld”, toont Rita. “En nu maken we gezonde wraps, met lekkere groentjes. De eitjes zijn van mijn eigen kippen!” Elvira is er niet vandaag, haar kindjes zijn ziek.
“Wij vertrekken morgen met het vliegtuig naar Nice”, vertelt een meisje. Ze komt uit Afghanistan en heeft Dari als moedertaal. Hier spreekt ze vooral Engels, met een beetje Nederlands erdoorheen. Vanaf morgen zal ze Frans gaan leren. Ze bijt gretig in haar wrap. Voor haar lijkt het nog allemaal één avontuur. Dat is misschien maar goed ook.