Kruimelpad
- Home
- Alle Artikels
- Persoonlijk Verhaal
- Gelijke porties - het verhaal van Roswitha
Gelijke porties - het verhaal van Roswitha
foto: Sanne Rouma
Gelijke porties. Laat kinderen kiezen en ze houden het grootste stuk voor zichzelf. Groot gelijk? Misschien wel als het om taart gaat, maar niet als het onbetaalde arbeid betreft.
Cijfers tonen aan dat vrouwen vandaag nog steeds het grootste deel van de onbetaalde arbeid – het huishouden, de kinderen, zorg voor anderen, … - voor hun rekening nemen. Om alles gecombineerd te krijgen, nemen ze vaak een deeltijdse of een halftijdse job. En dat breekt hen zuur op. Zowel nu – minder tijd voor zichzelf door de zorg – als later – minder pensioen door minder ‘betaald’ gewerkt.
Op 8 maart – Internationale Vrouwendag – trekken we aan de bel. Vrouwen hebben te veel op hun bord! Het wordt tijd dat de porties onbetaald werk gelijk verdeeld worden.
Op de campagnepagina www.femma.be/nl/ikbenvoor kunnen jullie vier filmpjes bekijken van vrouwen die op hun manier zorg voor anderen opnemen. Zij dekken de tafel voor het aantal personen waarvoor ze zorgen.
Roswitha, sociale duizendpoot
In Merelbeke wacht Roswitha ons op. Ze heeft een paar uur vrij genomen, maar moet seffens met de fiets terug naar het werk. Op onze vraag haalt ze een stapel borden uit de kast. Het zijn er acht: voor haar drie kinderen (16 – 18 en 20 jaar), haar partner, haarzelf, haar schoonouders en haar vader. Vorig jaar zou er ook een bord voor haar moeder bij geweest zijn; zij overleed onlangs. Naast haar druk professioneel en sociaal leven probeert Roswitha al die borden te vullen.
Roswitha: ‘Vroeger zorgde ik voor mijn grootouders. Mijn ouders woonden in Nederland, en dus kwam de zorg op mij. En nu zijn het dus mijn vader en mijn schoonouders. Gelukkig heb ik ook een broer en zussen.'
Roswitha heeft een moeilijke scheiding achter de rug. ‘De kinderen zijn bij mij. Eigenlijk hebben we co-ouderschap, maar alleen de jongste gaat naar haar vader. En als ze dan een paar dagen daar is en ze heeft iets nodig, voor school bijvoorbeeld, belt ze naar mij. Ook haar was brengt ze mee.’
Zorg voor acht
Na haar scheiding stond Roswitha er een aantal jaren alleen voor. ‘Ik heb zwarte sneeuw gezien. Moest elke euro omdraaien. Als moeder wil je niet dat je kinderen tekortkomen. Dan bespaar je op jezelf. Je staat er ook alleen voor. Voor alles. Met mijn ex-man was en is niets te regelen. Nu ik opnieuw een partner heb, is dat natuurlijk anders. Al ben ik nog altijd de computer van het gezin. Ik ben degene die de anderen aan hun uur of hun afspraak herinnert, … Dat is niet veranderd, integendeel.’
‘Voor mijn vader doe ik de boodschappen en de administratie. En ik spring regelmatig binnen. Als we ergens naartoe gaan, nemen we mijn vader soms mee. Mijn moeder zat in een rolstoel. Toen was de zorg veel zwaarder. Als ik dan een telefoontje kreeg van mijn vader dat mijn moeder was gevallen … Mijn schoonouders zijn ook 85+. Mijn schoonmoeder is pas uit het ziekenhuis weer thuis. Daar komen ook heel wat praktische beslommeringen bij kijken.’
Hulp in huishouden
‘Mijn kinderen zijn heel zelfstandig en helpen al in het huishouden van toen ze klein waren. Aan de schoolpoort werd daar soms over gesproken’, lacht Roswitha. ‘Mijn kinderen zien zelf wat ze kunnen doen. Dan kom ik thuis en staan er twee manden opgeplooide was. Astrid doet dat automatisch. Of er is een was ingestoken of de afwasmachine aangezet. ’s Zondags kijken ze of er in die week vuilnis wordt opgehaald en dan staat dat op tijd buiten. En wie kookt, moet niet afwassen. Meestal koken Dirk en ik samen – de dames eten vegetarisch, de mannen zijn vleeseters – de rest wast af.’
Kinderopvang
Roswitha werkte tot december voltijds, maar sinds januari deeltijds als verantwoordelijke van een stedelijke crèche in Gent. Daarnaast is ze politiek actief en werkt ze nu ook deeltijds voor LETS Vlaanderen Als ik zondagavond een berichtje op mijn gsm krijg, weet ik al: weer iemand die morgen niet kan komen. Terwijl we al zo krap zitten met personeel. Wij doen elke maand sollicitatiegesprekken voor de stedelijke crèches, maar er komen te weinig kandidaten op af. Gelukkig heb ik onze crèche nog niet volledig moeten sluiten, maar sommige collega’s moeten dat wel, een dag of meer per week, omdat er niet voldoende personeel is.’