Kruimelpad
- Home
- Alle Artikels
- Persoonlijk Verhaal
- Feminisme: in de kern een democratisch en sociaal geïnspireerd engagement
Feminisme: in de kern een democratisch en sociaal geïnspireerd engagement
Foto: Beroepsfotograaf Carlos López
Rita Mulier speelde een belangrijke rol in het streven naar progressieve frontvorming en in de Vlaamse Vrouwenbeweging van de jaren zeventig. Ze was medestichtster en voorzitter van het Vrouwen Overleg Komitee (° 1972, sinds 2016 Furia). Rita engageerde zich ook in KAV/Femma en zei daarover later: ‘Geen enkele organisatie in Vlaanderen was zo systematisch uitgebouwd als de KAV. Daarom hechtte ik zoveel belang aan mijn freelance vormingswerk in deze vereniging’. Ze was betrokken bij belangrijke visie-ontwikkeling, stond mee aan de wieg van de legendarische ‘ochtendseminaries’ en was er zelf een zeer gedreven en gewaardeerde begeleidster.
In 1999 schreef Rita haar getuigenis over veertig jaar engagement in het boek Dwars en loyaal*. Marleen Durnez (verhaal 65) herlas het boek, ging hierover met Rita in gesprek en schreef op basis daarvan dit verhaal.
(On)rechten van vrouwen
Toen ik in 1952 rechten ging studeren aan de KULeuven, waren we in het eerste jaar met 18 meisjes op 180 studenten. Wij kregen de eerste twee rijen van de aula toegewezen. In het tweede jaar rechten won ik als eerste meisjesstudente het Welsprekendheidstornooi. De titel van mijn toespraak was: De man is een betere rechter, de vrouw een betere advocaat. Ik had toen Simone de Beauvoir nog niet gelezen.
Wij leerden van onze proffen dat vrouwen in de Napoleontische Codex rechtsonbekwaam waren, net als minderjarigen en zwakzinnigen. Dat strookte helemaal niet met mijn gevoel van zelfwaarde. Mijn vertrouwen in de intelligentie en in het verantwoordelijk gedrag van vrouwen was totaal in tegenstrijd met het Napoleontisch concept van gezinshoofd. Die confrontatie was voor mij de opstap naar de kritische lectuur van filosofische en sociologische geschriften. En ik liet van mij horen. Ik maakte als enige vrouw deel uit van de redactie van het Studentenblad Solidariteit en schreef stukjes over de leefwereld van de studentinnen, over de combinatie van werk en gezin, over de huwelijksmis, waarbij de vrouw ondergeschiktheid aan de man beloofde enz.. Ik was ‘op kot’ in het meisjescentrum. Daar hadden we een feministisch groepje dat veel nadacht over de positie van de vrouw en zich onder meer verdiepte in Le deuxième sexe van Simone de Beauvoir.
In 1957 behaalde ik mijn diploma van doctor in de rechten.
Met dit diploma op zak was het mijn bedoeling om een beroep uit te oefenen. En ik zou in ieder geval de verplichte drie jaar stage aan de rechtbank lopen zodat de toegang tot de advocatuur openbleef.
Ik solliciteerde voor een kaderfunctie in het technisch onderwijs, maar daar stond men niet open voor vrouwelijke juristen. En in het Katholiek onderwijs kon ik maar aan de slag tot mijn huwelijk. Ik solliciteerde aan de universiteit bij het Centrum voor Vergelijkend Privaatrecht. Daar kon ik aan het werk aan een loon dat de helft bedroeg van het loon van een mannelijke studiegenoot. Vrouwen werden toch overal lager betaald, kreeg ik te horen. Ik was diep gekwetst en reageerde met een schampere brief. De afwisseling tussen wetenschappelijk werk en de stage aan de balie te Leuven beviel me wel.
Engagement in progressieve en sociale initiatieven
Na mijn huwelijk werd ik opgeslorpt door een snel groeiend gezin en de praktische problemen van de dokterspraktijk van mijn man. Na enige tijd borg ik mijn juristendiploma op en dacht niet meer aan de balie of aan wetenschappelijk werk. Maar ik wilde niet alleen bezig zijn met de kinderen en de dokterspraktijk. Ik wilde me engageren voor progressieve en sociale initiatieven. Ik keek uit naar elke geschikte gelegenheid. In 1966 nodigde Rika Steyaert, toen nationaal secretaris van KAV mij uit om voor de vereniging een nieuwe visie op man en vrouw te schrijven. Ik was heel blij met deze opdracht. Het werd een pleidooi voor een positieve waardering van de vrouwelijke inbreng op alle levensdomeinen. Dat kan alleen als vrouwen en mannen zo volledig mogelijk mens zijn en zo sterk mogelijk gedifferentieerd als individu. En als erkend wordt dat beiden, mannen en vrouwen, zowel privé als maatschappelijke een taak hebben. De leiding van de KAV stond achter deze visie. Het leidde tot de brochure ‘De vrouw nu, een nieuw statuut’ en in een latere uitgave tot ‘Het oranje boekje van de vrouw’. Het werd de start van vele jaren intens vormingswerk in de vrouwenorganisatie.
Ochtendseminaries belangrijk in emancipatieproces
Ik werd uitgenodigd om mee te werken aan een reeks ochtendseminaries voor vrouwen, telkens voor een groep van 12 tot 18 vrouwen, acht ochtenden lang. Er werd heel persoonsgericht en interactief gewerkt. Velen ontdekten een nieuw gevoel van zelfwaarde. Wij hielpen deze vrouwen te vertrouwen op hun eigen ervaring en respectvol samen te praten over onderwerpen die in hun eigen kring soms nog taboe waren. De gesprekken trokken een emancipatieproces op gang dat we tot onze eigen spijt na acht weken weer moesten loslaten.
Opkomen voor een gelijkwaardige positie van vrouwen vereist werk op verschillende niveaus: in de mannenwereld van de politiek moesten heel wat grenzen verlegd worden. Sociaal-progressieve frontvorming over partijgrenzen heen, leek me daarvoor noodzakelijk. Maatschappelijke analyses en vrouwvriendelijke standpunten moeten een forum krijgen in kranten en tijdschriften. En vooral door vrouwen samen te brengen, kunnen we hen versterken. Vrouwen moeten ruimte krijgen en kansen tot vorming en ontplooiing. Het zijn allemaal sporen die op elkaar inwerken.
Het persoonlijke is politiek
Dus probeerde ik samen met anderen in de politiek bakens te verzetten, aanvankelijk bij de CVP-jongeren en nadien als onafhankelijke over de partijgrenzen heen. Ik pleitte voor een onafhankelijke pers, schreef politieke commentaren, nam deel aan debatten en richtte mee het Vrouwen Overleg Komitee (VOK) op. Sinds 1972 organiseerden we met het VOK een nationale vrouwendag. De zesde vrouwendag op 11 november 1977 had als thema: Dagelijks korter werken voor iedereen. We streefden toen naar een 35-urenweek in 1980. Dat klinkt bekend voor Femma… Nicole Van Goethem** tekende toen een stripverhaal om onze ideeën voor een ingrijpende herverdeling van zorg en inkomen te populariseren.
Kansen tot zelfontplooiing en persoonlijke ontwikkeling voor alle vrouwen
Ik probeerde opnieuw meer tijd vrij te maken voor het vormingswerk van KAV. In 1977 was het thema van gespreksavonden ‘Verbonden en toch vrij’. Het was een vormingscyclus voor echtparen over zelfontplooiing en paarontplooiing. Centraal stond het inzicht dat het belangrijk is je zelf goed te voelen om iets te kunnen betekenen voor je partner. In de periode 1977-1983 begeleidde ik in de provincie Antwerpen de ochtendseminaries voor jonge vrouwen.
Ik hield van dit werk in KAV en van de mensen. Zij vormden een gretig publiek. Het gesprek met de gewone mensen deed me de band met de realiteit behouden. Het corrigeerde de neiging om door te draven en relativeerde grote theoretische discussies door ze te toetsen aan de praktijk van elke dag. Geen enkele organisatie in Vlaanderen was zo systematisch uitgebouwd als de KAV. Daarom hechtte ik zoveel belang aan mijn freelance vormingswerk in deze vereniging.
Veel vrouwen hadden weinig kansen gekregen om te studeren. KAV bood hen kansen tot ontwikkeling en voorzichtig experimenteren.
De verhalen van vele vrouwen die uit de boot vielen bracht ons op het spoor van Omschakelen, een vormingsproject dat vouwen terug de weg wees naar de arbeidsmarkt. Omschakelen startte in 1980 als een initiatief van het VOK, maar werd na een jaar volledig autonoom. De behoefte was groot. Op drie jaar tijd had Omschakelen vijf provinciale centra. Later richtte Omschakelen de focus ook op loopbaanplanning en coaching.
Eerste emancipatieambtenaar van Vlaanderen
Als staatssecretaris voor emancipatiezaken en nadien als minister voor gelijke kansen van mannen en vrouwen lanceerde Miet Smet ook bij het overheidspersoneel positieve acties voor vrouwen. Vorming was daarin een zeer belangrijk punt. In 1990-1991 gaf ik de eerste cursussen loopbaanplanning aan federale amtenaressen.
In 1991 voorzag de Vlaamse regering voor het eerst in de opdracht van emancipatieambtenaar. Ik aarzelde: zou ik met mijn temparement in een overheidskader kunnen functioneren? Toen ik hoorde dat het een erg onafhankelijke functie was en ik tot op de hoogste niveaus zou kunnen tussenkomen, heb ik ja gezegd. Het werden vijf boeiende, maar moeilijke jaren. Het leuke aan de functie was dat ik zoveel ervaring uit alle vroegere fasen van mijn leven kon benutten. Tegelijk was het een grote uitdaging. Met een drietal medewerkers moest ik positieve actieplannen opmaken, acties voeren, vorming aanbieden en de nodige maatregelen voorstellen die de feitelijke ongelijke kansen tussen mannen en vrouwen moesten wegwerken. Ik had ook een soort ombudsfunctie voor gelijke kansen tussen mannen en vrouwen waardoor alle Vlaamse ambtenaren in mijn dienst welkom waren voor informatie en klachten. Met de cijfergegevens in de hand kon ik mooi aanduiden hoe vrouwen moeilijker opklommen naar hogere functies. Mij beroepend op mijn onafhankelijkheid schuwde ik de pers niet. Dat werd mij kwalijk genomen. Ik werd ook geconfronteerd met zeer gevoelige zaken van grensoverschrijdend gedrag van leidinggevenden t.a.v. medewerkers. Zo hebben we binnen de overheidsadministratie de eerste lijnen voor het omgaan met grensoverschrijdend gedrag proberen uit te tekenen. En dat was niet evident. Succesvol en zeer gewaardeerd was de uitbouw van de kinderopvang voor de kinderen van de ambtenaren tijdens de schoolvakanties.
Voor een samenleving met meer vrijheid en gelijkheid
De omwenteling van 1968 betekent voor mij de start van nieuwe sociale bewegingen. Ik engageerde mij in twee ervan: de beweging voor politieke vernieuwing en de feministische beweging. In de kern ging het om een democratisch en sociaal geïnspireerd engagement voor een samenleving met meer vrijheid en gelijkheid.
Beide bewegingen zijn gestart met een revolutionair elan dat geleidelijk is weggeëbd. Het project van politieke vernieuwing is niet doorgebroken. De feministische beweging slaagde m.i. wel op het vlak van het privéleven en de persoonlijke verhoudingen tussen mannen en vrouwen. Maar de economisch-financiële en politieke macht echt delen ligt zeer moeilijk. Het blijft uiterst moeilijk voor vrouwen om een paritair deel van de macht te veroveren.
Stilstaan is achteruitgaan, vrouwen en vrouwenorganisaties moeten actief en waakzaam blijven. Niets is definitief verworven.
Bio
- Rita Mulier, (°1934), weduwe van Raymond Jolie (°1928 - †1986)
- 6 kinderen, 10 kleinkinderen, 2 achterkleinkinderen
- Rita Mulier studeerde rechten en economie. Ze was een van de hoofdfiguren uit de Vlaamse Vrouwenbeweging van de jaren zeventig. Ze maakte deel uit van het wonderbureau van de CVP-jongeren (1969-1973), was medestichtster en voorzitster van het Vrouwen Overleg Komitee. Van 1991 tot 1996 was ze de eerste emancipatieambtenaar in de Vlaamse Gemeenschap.
Meer info
*Mulier Rita, Dwars en loyaal. Een getuigenis over veertig jaar engagement, Rita Mulier & uitgeverij Van Halewyck, Leuven, 1999.
**Nicole Van Goethem (1941-2000) was grafisch ontwerpster en filmmaakster. Ze won in 1986 een Oscar voor haar Kortfilm Een Griekse tragedie. Ze is de enige Belg die ooit een Oscar won.
Van 25 september tot 10 januari 2021 is er in het Muhka in Antwerpen een tentoonstelling met werk van Nicole Van Goethem. Dit schrijft Muhka in de aankondiging:
Met thema’s zoals feminisme, activisme, sociale zekerheid, pensioenen en kinderrechten is Van Goethems maatschappijkritisch en humoristisch werk hedendaags en actueel. Maar twintig jaar na haar overlijden blijft haar artistieke praktijk onbekend bij het grote publiek’.
Voor meer informatie: www.muhka.be
Zie https://www.gendergeschiedenis.be/feminisme/tweede-golf/getuigenissen. Voor de getuigen in deze filmpjes (o.a. Rita Mulier) was het feminisme van de jaren ‘70 een bijzondere tijd. Ze leggen de basisbegrippen uit en blikken terug op hoogtepunten.