Chris Lomme: warmte van binnen

24/03/2020
Chris Lomme

Foto: Alex Vanhee

 

Les extrêmes se touchent. Ik weet niet van wie die uitspraak is, maar ik voel hoe waar dat is in coronatijden. Sommige mensen reageren bang en verward, anderen triest, nog anderen strijdlustig. Chris Lomme behoort tot die laatste soort. Nooit opgeven, is haar levensmotto. “Ik ben 82 jaar, ik ben gezond en ik speel theater,” zegt ze. “En ik wil dat zo houden, daarom blijf ik nu in mijn kot. Het is nogal wat met dat coronavirus, maar ik wil niet klagen en zagen. Tijdverlies.”

 

Chris Lomme was pas 20, toen ze als actrice al furore maakte als Marieke in het allereerste Vlaamse feuilleton ‘Schipper naast Mathilde’. Toen gingen mensen bij de buren TV kijken, omdat er vaak maar één toestel in de hele straat was. “Ik heb in mijn leven al heel veel mooie en fijne dingen beleefd, applaus geoogst, maar ik kende ook moeilijke periodes. En ik heb hard moeten werken, ook nu nog. Maar van werken ga je niet dood.”

 

La Lomme heeft een karakter dat haar, ondanks tegenslag en verdriet, telkens weer doet opstaan, en verder doet gaan. Voluit, nooit half. Hoe koud en kil en eenzaam het leven soms ook is. “Ik heb het altijd koud,” zegt Chris. “Vandaag, 24 maart 2020, is het elf jaar dat mijn man (Nand Buyl, ° 1923, + 2009) overleden is, en ik heb het koud. Altijd koud. Voel eens aan mijn handen. Koud, hé. Let op, ik heb mijne vent nog altijd bij mij, maar ik mis wel zijn warmte en tederheid.”

Nand Buyl: 50 jaar in goede en kwade dagen

“Mijn man was een heel stilzwijgende mens. We waren twee individuen die niet veel privé communiceerden. Hij was een ivoren toren-mens, hij liet niet veel los over zichzelf. Ik heb dat geleerd bij hem. Met emoties loop je niet te koop. Ik heb een dagboek en dat volstaat. Theater is mijn passie en werk. Ik heb veel vrienden, die me nooit in de steek laten. Ik ben gezond, naar lichaam en naar geest. En ik heb humor, wat ook niet te versmaden is. Ik heb niet te klagen. Soms sta ik op, kijk  naar de enorme foto van mijn man in ons huis, kijk in zijn ogen vol weemoed, zie hem fuck zeggen en zeg ook fuck, en begin mijn dag. Ik ben destijds voor zijn ogen gevallen. Die blik. Die tristesse. Ik zag achter die ogen. En ik dacht: ik ga die vent ooit ongelukkig durven maken, als ik dat doe ben ik een onmens. Ik heb hem gekozen, en ik ontmoette een heel schone warme mens. Nand was de Schipper in ‘Schipper naast Mathilde’. Hij was mijn theaterdocent in het theater. Van hem heb ik ontzettend veel geleerd. En hij heeft me in alle omstandigheden geholpen. We hebben hard gewerkt, maar ook geleefd. Veel gereisd. Hij was alles in mijn leven. Maar het is waar, jazeker, het zwaarst aan ouder worden, is de eenzaamheid. Ik heb wel veel vrienden, gelukkig maar. Vrienden die mij graag zien en ik hen. Op dat vlak kom ik niets tekort. Maar eenzaamheid, gaat over alleen thuis zijn. Alleen in je bed liggen. In quarantaine. De armen missen, van een vent die je graag ziet. Zoals ik al zei, vandaag, 24 maart 2020, is mijn man elf jaar dood. Maar het went niet. Echt niet!”

Liefde en schoonheid zitten vanbinnen

‘Chris Lomme. Crème van een vrouw. Warm en hartelijk. Vol vuur, passie en gedrevenheid. En groots in haar vak,’ beschrijft Annelies Rutten haar. Vorig jaar legde Chris ‘La vie devant soi’ (boek van Romain Gary uit 1975) voor aan regisseur Stefan Perceval die het bewerkte tot Madame Rosa. Ik zag het stuk op 9 januari in De Spil in Roeselare.

“Het is noodzakelijk om lief te hebben”

Chris Lomme vertolkt er een oudere Joodse ex-prostituee die de concentratiekampen heeft overleefd en zorgt voor de kinderen van haar jongere collega’s. Op het eind van haar leven zijn die kinderen de deur uit, rest enkel nog haar lieveling, de wees Momo, een Berbers jongetje dat – rollen omgekeerd - voor madame Rosa moet zorgen. ‘Het is noodzakelijk om lief te hebben’: dat zijn Rosa’s laatste woorden. Na de voorstelling trakteert Chris haar medespelers: mensen met veel kwetsuren, maar ook met talent. Het is fantastisch om zien hoe de gevierde theateractrice met hen omgaat. ‘Wie een koffie? Wie een pintje,’ vraagt ze.

Mensen aanraken en opbeuren

“Ik hou van mensen,” zegt ze. “Mensen helpen, maakt me gelukkig. Als iemand het moeilijk heeft, ben ik er. Mensen uit publiek zeggen soms dat ik hen moed geef. Ik vind dat belangrijker, dan dat ze zeggen ‘mooi geacteerd’. Warmte, tederheid, vastpakken, dat ben ik. Als kind wou ik verpleegkundige worden: mensen opbeuren, aanraken. Ik vind aanraken ongelooflijk belangrijk. En humor! Het leven is niet roze roze roze. Ik merk dat in mijn vrijwilligerswerk op donderdag bij Topaz, een dagcentrum in Wemmel waar ernstig zieken terecht kunnen. We zijn met dertig vrijwilligers en organiseren tal van activiteiten. Mensen zijn dolgelukkig als we liedjes zingen of cursiefjes voorlezen. En soms ben ik moppentapper van dienst. ‘Christientje, vertel er nog eens eentje,’ hoor ik dan.

”Mijn humor is mijn redding”

Mensen die ziek zijn, raken me. Door mijn zorg voor hen, probeer ik hen een positief gevoel te geven en aan het lachen te brengen.”

Nog twintig goede jaren

“Ik ben een warm type, een klein kind dat gekoesterd wil worden en zelf wil koesteren en zorgen. Maar ik heb ook een fierheid, een doorzettingsvermogen, een wilskracht om u tegen te zeggen. En ik zeg graag wat ik denk, kan daarin hard zijn, nooit rancuneus. Maar beter, dan het op te kroppen, toch? We worden allemaal een dagje ouder, maar ik wil vooruit. Ik sta nu 64 jaar op de planken, tot eind 2020 staat mijn agenda vol. Met wat chance kan ik nog twintig goede jaren hebben (lacht). Maar let op, je krijgt het niet voor niets hé. Het is dankzij hard werken, dat ik overleef. Ik turn elke dag, trek me honderd tellen op aan een balk, stap wanneer ik kan. Ik doe ook elke dag hersengymnastiek, leer – spelen of niet – een stuk tekst van buiten. Ik adem, ik doe yoga en eet en drink met mate. Na de dood van Nand, ben ik fel vermagerd. Ik at niet meer, dronk wat te veel. Alcohol is gevaarlijk, dat ben ik me goed bewust.”

Oud worden en sterven

“De dood? Ach. De dood is onafwendbaar. Nand was een oertalent, maar vooral een authentieke mens. Een bohemer, die hard werkte, tot aan zijn dood. Hij wou niet loslaten. We hebben een fantastisch leven gehad. Vijftig jaar samen, met ups en downs. Maar we zijn goed voor elkaar geweest, ik heb goed voor hem gezorgd, toen het naar het einde liep. Ik zie hem nog altijd dolgraag. Mijn mama is al lang overleden. Ze was terminaal ziek, verbleef in een rusthuis. Mijn oudste zus en ik wisselden elkaar op zondag af, mijn jongste zus woont in Italië. Toen ze stierf, zat mijn oudste zus rechts, ik links. We hielden haar handen vast. Zo is ze weggegaan. We weenden. De week ervoor beleefde ik een laatste echt mooi moment met haar. Ik nam haar in mijn armen, nam een zakdoek, dopte die in champagne en depte haar lippen. ‘Lekker, hé,’ zei ze. Seneca schreef: “Denk na. Aanvaard de dood, maak je verdriet tot iets leefbaars. En sterf zoals jij het wil.’ Prachtig!”

Nooit opgeven

“Of ik nog een levensles heb, voor de jonge dames van Femma? Dat is eenvoudig. Nooit opgeven! Want als je opgeeft, ben je verloren.”

Dit vind je misschien ook boeiend