Het zal je zoon maar zijn

02/06/2021
Het zal je zoon maar zijn

‘Het kolonialisme is niet meer van deze tijd’, zou je denken. Wel, ik zou dat durven te betwisten, want anno 2021 eigenen we ons nog steeds vrouwenlichamen toe zonder enige schroom of schaamte en prikken we er zelfs met enige trots onze veroveringsvlag op. Het vrouwelijk lichaam lijkt wel publiek goed: iedereen heeft er een mening over, en menigeen lijkt er aanspraak op te kunnen maken. De (grotendeels mannelijke) wetgevers in Texas die de abortuswetgeving aanscherpten, de gynaecoloog die na de bevalling met een knipoog aan de echtgenoot vraagt of hij ‘geen steekje bij moet zetten’, en de jongen die samen met zijn makkers een meisje verkracht en daar zelfs zo trots op is, dat hij de beelden filmt en online verspreidt. 

 

Hoe is het anno 2021 nog steeds mogelijk dat dit soort dingen gebeuren? En hoe zijn we dat als maatschappij nog steeds in stand aan het houden? Hoe hebben we ervoor gezorgd dat de schaamte die rond seksueel misbruik hangt, volledig op het slachtoffer valt, en niet op de dader? De schaamte die je voelt als slachtoffer, zit vaak zo diep, dat je liever doodzwijgt wat er gebeurd is, want je denkt dat het jouw fout is. Misschien had je niet met die jongen moeten afspreken, je kende hem toch niet zo goed. Dom van je. Of misschien moest je niet meer zo laat op straat rondlopen. En dan nog zonder pepperspray, wat dacht je wel? En dat rokje had je misschien toch beter niet aangedaan, dat geeft misschien de verkeerde indruk. Allemaal bullshit natuurlijk. Wanneer iemand uit een winkel steelt, wrijf je de winkelier toch ook niet aan dat hij meer beveiliging moet installeren? Waarom zou dat bij seksuele misdrijven anders moeten zijn? 

 

Het valt me overigens op dat de berichtgeving rond verkrachting bijna uitsluitend passief is. Het – wel zeer letterlijk – lijdend voorwerp wordt plots het onderwerp van de zin. Je leest dus over een ‘meisje dat werd verkracht’, en niet over een ‘jongen die een meisje verkrachtte’. Of er staat: ‘elk jaar wordt ongeveer twee procent van de Belgische vrouwen slachtoffer van verkrachting, poging tot verkrachting, of aanranding van de eerbaarheid.’ Dit in de plaats van; jaarlijks verkrachten daders x aantal mensen. Die passieve formulering gebeurt wel vaker in de media, ook bij andere onderwerpen. Toch lijkt die zinsbouw alleen maar te bevestigen dat het meisjes en vrouwen ‘overkomt’, waardoor de verantwoordelijkheid lijkt te verschuiven van de dader naar het slachtoffer. Maar beeld je nu eens in dat de 10 geboden in het passief zouden worden geformuleerd. In plaats van ‘steel niet’ – ‘zorg ervoor dat je niet bestolen wordt’. We kunnen het erover eens zijn dat die dan kant noch wal zouden raken. Waarom dan die dubbele standaard wanneer het over seksueel geweld gaat?

 

En eerlijk; die dubbele standaard geven we nog altijd zelf veel te vaak mee aan onze kinderen en omgeving. Gaat je zoon naar een fuif of discotheek, dan zeg je hem hooguit ‘niet te veel drinken’, maar wanneer je dochter uitgaat, zal je haar al snel aanspreken op wat ze aanheeft, en misschien zeg je haar wel dat ze moet ‘oppassen’. En zonder het uit te spreken bevestigen we; het is anno 2021 nog steeds geen veilige wereld voor vrouwen daarbuiten. Of denk aan de scholen waar meisjes bij tropische temperaturen nog steeds geen spaghettitopjes kunnen dragen, want ‘het zou de medestudenten en leerkrachten misschien kunnen afleiden’. Hoeveel mooier zou het wel niet zijn wanneer we in de plaats daarvan workshops doceren op school waarbij we leren dat je meisjes – en jongens – nooit mag objectiveren, ongeacht hun kledij? En dat kledij ook niet gelijkstaat aan de graad van seksuele gewilligheid? Dat een lange rok je geen frigide trut maakt, dat een korte rok je nog geen hoer maakt. En dat terwijl mannen zich schuldig kunnen maken aan alle mogelijke blunders uit de modebijbel, en ze nog steeds serieus worden genomen. En dat alles terwijl een vrouw met een decolleté als ‘makkelijk’ wordt gezien. Waarom toch die hypocrisie? 

 

Het zijn allemaal symptomen van een dieperliggend ziektebeeld, namelijk dat het lichaam van de vrouw bijna als betaalmunt wordt gezien voor hun bestaan in deze wereld. We leggen daarom ook de verantwoordelijkheid voor het niet verkracht worden en het veilig zijn bij vrouwen zelf, terwijl een veilige omgeving creëren los moet staan van gendergekleurde verantwoordelijkheden. Veiligheid, dat is iets van ons allemaal. In plaats van enkel en alleen je dochter attent te maken op die boze gevaarlijke wereld daarbuiten, zouden we beter onze jongens opdragen dat ze zelf niet bijdragen tot die wereld. Met andere worden; zeg niet aan je meisjes: ‘word niet verkracht’, maar zeg liever aan je jongens ‘verkracht niet’. Voilà, zo simpel is dat. En dan wil ik het tot slot nog hebben over de grootste platitude der platitudes: ‘Het zal je dochter maar zijn’. Kunnen we die uitspraak - met alle respect – heruitvinden? Want de schaamte ligt niet bij het slachtoffer, die ligt bij de dader. Het zal dus je zoon maar zijn.

Dit vind je misschien ook boeiend