Kruimelpad
- Home
- Alle Artikels
- The handmaid’s tale is geen handleiding
The handmaid’s tale is geen handleiding
Femma Wereldvrouwen veroordeelt de terugtrekking van Turkije, en mogelijks andere landen, uit het Verdrag van Istanbul. Dat verdrag moet het geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld bestrijden en voorkomen. De terugtrekking is een slag in het gezicht van de Turkse vrouwen èn alle vrouwen ter wereld.
We ondersteunen de oproep van de Vrouwenraad aan de Belgische overheid om te reageren tegen het terugtreden van Turkije en roepen op om alle mogelijke diplomatieke middelen in te zetten om deze trend te keren. Ten slotte vragen we om nooit te aanvaarden dat EU-lidstaten zoals Hongarije, Polen en Slowakije gendergelijkheid en vrouwenrechten uithollen.
De integrale open brief van Meron Knikman, voorzitter Vrouwenraad, lees je hieronder
‘The handmaid’s tale’ is geen handleiding
“Mannen zijn bang dat vrouwen hen zullen uitlachen. Vrouwen zijn bang dat mannen hen zullen vermoorden” Margaret Atwood
In 1985 al schreef Margaret Atwood de dystopische roman ‘The Handmaid’s Tale’. Steeds meer lijkt realiteit de fictie in te halen, steeds meer lijken we te belanden in Gilead - de totalitaire republiek waar het verhaal zich afspeelt. De gelijkenissen (tussen fictie en realiteit) zijn in elk geval treffend. Net zoals in Gilead, willen conservatieve leiders in Turkije, Polen, Hongarije etc. vrouwen terug aan de haard. Vrouwen worden gereduceerd tot hun capaciteit om kinderen te baren en het moederschap. Net zoals in Gilead, worden feministen en vrouwen die niet beantwoorden aan de stereotiepe genderrollen als onvrouwelijk (‘unwomen’) en zelfs als gevaarlijk beschouwd. Net zoals in Gilead, wordt geweld tegen vrouwen niet serieus genomen en worden vrouwen zelfs met de vinger gewezen. Net zoals in Gilead, worden de rechten van de LGBTQ+-gemeenschap ontnomen (de zogenaamde ‘gender traitors’ in het boek), wordt homoseksualiteit als een zonde beschouwd en houdt het geweld ten opzichte van de LGBTQ+-gemeenschap niet op.
Hoe lang zal het nog duren vooraleer deze dystopie werkelijkheid wordt?
Met de terugtrekking van Turkije uit het Verdrag van Istanbul bewegen we in elk geval in die richting. De Vrouwenraad steunt (de Turkse) vrouwen in hun strijd tegen geweld en veroordeelt ten zeerste de beslissing van Turkije om zich terug te trekken uit het Verdrag van Istanbul.
Op 20 maart 2021 trok president Recep Tayyip Erdogan zich terug uit het Verdrag van Istanbul, het Verdrag van de Raad van Europa dat geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld moet bestrijden en voorkomen. Dat is enigszins opvallend aangezien Turkije het eerste land was dat de conventie ondertekende in 2011, een conventie die vernoemd is naar een van de grootste steden in Turkije. Bovendien is geweld tegen vrouwen er een groot probleem. Er zijn geen officiële cijfers, maar het aantal femicides is torenhoog: vorig jaar zouden er meer dan 400 vrouwen zijn vermoord, dit jaar staat de teller al op 77. Turkse vrouwen trekken al lang aan de alarmbel: in juli 2020 kleurde Instagram nog helemaal zwart-wit met een #womensupportingwomen-challenge, die eigenlijk begon als een campagne om de femicides in Turkije aan te klagen na de moord op studente Pinar Gültekin. Uit onderzoek blijkt ook dat 42 % van alle Turkse vrouwen fysiek, seksueel en/of psychisch mishandeld wordt.
Toch verrast deze beslissing van Erdogan ons niet. Erdogan en andere Turkse politici beklemtonen al langer dat vrouwen terug aan de haard moeten, dat moederschap de enige taak is voor vrouwen en dat vrouwen zich ‘kuis en fatsoenlijk’ moeten gedragen. Dat de implementatie van het verdrag gendergelijkheid vooropstelt, wordt beschouwd als een bedreiging voor de zogenaamde “traditionele normen en waarden”.
Het feit dat Turkije zich nu terugtrekt uit een mensenrechtenverdrag, is niet alleen een mokerslag in het gezicht van Turkse vrouwen, maar van élke vrouw ter wereld. Een internationaal verdrag is niets waard wanneer landen zich er zomaar uit kunnen terugtrekken.
Wereldwijd zien we hoe vrouwenrechten meer en meer in vraag worden gesteld en onder druk komen te staan. We zien berichten van toenemend huiselijk geweld, hoe verkrachtingen amper worden bestraft, hoe vrouwenrechten als pasmunt worden gebruikt in politieke onderhandelingen, … De COVID-19-pandemie heeft geleid tot een verdere escalatie van geweld tegen vrouwen en meisjes over de hele wereld als gevolg van bewegingsbeperkingen, sociaal isolement en economische onzekerheid.
De tendens tot verrechtsing en onderwerping van de vrouw gaat bovendien gepaard met het veroordelen van elke identiteit die niet aanleunt bij het ‘traditionele waardenpatroon’. Dat in de onderliggende redenering om zich terug te trekken uit het Verdrag van Istanbul met de vinger wordt gewezen naar de LGBTQ+-gemeenschap, maakt het des te gevaarlijker. Verrechtsing en onderwerping gaan hier hand in hand met het stigmatiseren van bepaalde individuen en groepen van de bevolking. Net daarom is het terugtrekken van Turkije uit het Verdrag van Istanbul niet enkel een aanfluiting van de rechten van de Vrouw, maar ook van de rechten van de Mens. Om de nog steeds voortdurende schending van de mensenrechten aan te pakken, zijn maatregelen op beleids-, wetgevend en institutioneel niveau nodig. De ratificatie en uitvoering van het Verdrag van Istanbul door staten betekent een noodzakelijke verbintenis in deze richting. Die verbintenis opzeggen kan dramatische gevolgen hebben, en tevens een vrijgeleide vormen voor andere landen die op de drempel staan om een conservatieve wind te doen waaien.
Het ziet er immers naar uit dat Turkije zeker niet het laatste land is om zich uit dit verdrag terug te trekken: ook Polen gaf al in juli 2020 aan zich te willen terugtrekken. We zien er dezelfde tendens als in Turkije: ook daar is er kritiek op het verdrag omdat het niet in lijn ligt met de ‘traditionele normen en waarden’ en dat het verdrag ‘homoseksualiteit promoot’. Polen heeft zich nog niet formeel teruggetrokken, maar intussen is er wel een zeer restrictieve abortuswet, zijn er LGBT-free zones en is er een speciale televisiezender die vrouwen opnieuw aan de haard moet krijgen. Ook Hongarije baart ons zorgen. Het Verdrag van Istanbul zou volgens de KDNP (coalitiepartner van premier Orbán) ‘destructieve gender-ideologieën en migratie’ promoten. Bovendien zijn er in Hongarije ondertussen al fiscale voordelen voor vrouwen die minstens vier kinderen krijgen om zo het geboortecijfer op te krikken, en zijn de holebirechten serieus ingeperkt. Slowakije volgt dezelfde trend.
Dat er wereldwijd een tendens is naar meer onderdrukking en verworven mensenrechten niet meer vanzelfsprekend zijn, is duidelijk. De Vrouwenraad vraagt daarom met grote bezorgdheid aan alle leden en organisaties om zich uit te spreken tegen de terugtrekking van Turkije en mogelijks andere landen uit het Verdrag van Istanbul.
Tevens vragen wij nadrukkelijk aan de Belgische overheid om te reageren tegen het terugtreden van Turkije en roepen we op om alle mogelijke diplomatieke middelen in te zetten om deze trend te keren. Ten slotte vragen we om nooit te aanvaarden dat EU-lidstaten zoals Hongarije, Polen en Slowakije gendergelijkheid en vrouwenrechten uithollen.
Meron Knikman
Voorzitter Vrouwenraad
25 maart 2021