Ex-politica en gynaecologe Marleen Temmerman: ‘We moeten blijven vechten tegen onrecht’

09/02/2022
Ex-politica en gynaecologe Marleen Temmerman: ‘We moeten blijven vechten tegen onrecht’

Maak kennis met Marleen Temmerman, ex-politica, gynaecologe, en boegbeeld voor maatschappelijk engagement. Femma Wereldvrouwen ging met haar het gesprek aan over de klimaatjongeren, onveilige abortussen, de ongelijke vaccinverdeling en nog zo veel meer.

Heb jij altijd al een heel sterk maatschappelijk engagement gehad?

Marleen Temmerman: ‘Ja inderdaad. Men vraagt mij dikwijls hoe dat komt, en of dat thuis met de paplepel werd ingegeven. Dat was niet het geval. Mijn vader was postmeester. Hij was een intelligente man en was actief betrokken in het verenigingsleven. Mijn moeder was een huisvrouw. Ik ben de oudste van vier kinderen, maar buiten mezelf was er niemand in de familie die echt vocht voor sociale verandering en wereldverbetering. Als tiener resulteerde dat dikwijls in hoogoplopende discussies.’

Hoe kijk je vandaag de dag naar het engagement van de klimaatjongeren?

‘Ik vind dat echt heel positief. Zo’n 10 à 15 jaar geleden vroeg ik me af waar de jongeren gebleven waren, en waarom ze niet meer aan activisme deden. Maar nu met de beweging voor klimaat ben ik heel blij dat het thema nu meer sociaal gedragen wordt, ook door jonge mensen. De klimaatjongeren maken mensen wakker. Dat probeerde ik ook destijds, en ik steun die initiatieven nu dan ook van harte.’

Je hebt geneeskunde gestudeerd. Hoe was dat om in die tijd als meisje zo’n studie aan te gaan?

‘Dat was niet makkelijk, want ik was een meisje dat niet uit de hogere klasse kwam. Gelukkig, was ik heel gemotiveerd om waar dan ook ter wereld iets te betekenen voor de meest kwetsbare meisjes en vrouwen in onze maatschappij. Ik was geïnteresseerd in verpleegkunde en vroedkunde en wilde graag de wereld rondtrekken. En als het kon, wilde ik dokter worden. Dat was niet zo eenvoudig.

Toen ik thuis vertelde dat ik graag aan de universiteit wilde studeren, werd dat niet meteen op gejuich onthaald. Voor meisjes lag het toen meer voor de hand om in het onderwijs te gaan staan. Dat was niet te hoog gegrepen en je kon dat makkelijk combineren met je gezin. Voor mijn broers was er geen probleem: die hebben allemaal hogere studies gedaan. Dat was vanzelfsprekend.

Mijn vader was dus in eerste instantie niet erg enthousiast over mijn plan om geneeskunde te gaan studeren. Hij vroeg zich af hoe ik zo’n lange studie zou kunnen combineren met de zorg voor de kinderen. Maar mijn moeder wilde mij wel de kans geven. Haar motto was: ‘grijp naar de maan, dan pak je allicht een ster mee’.

De reacties van mijn omgeving waren ook niet mals. Als meisje uit een minder welgesteld gezin werd het als pretentieus gezien geneeskunde te gaan studeren. Toen vond men nog dat je je maar beter in je eigen sociale middens moest bewegen. Iemand zoals ik hoorde niet thuis in zo’n studie. De weinige meisjes in de opleiding waren dan ook dochters van apothekers, dokters of notarissen. De betere klasse dus.’

Al tijdens je studentenjaren was je maatschappelijk engagement overduidelijk aanwezig. Wat deed je toen zoal, naast het studeren?

‘Ik heb in de eerste jaren geneeskunde eigenlijk vaker de lessen van de politieke en sociale wetenschappen dan die van geneeskunde bijgewoond (lacht). Daarnaast was ik ook actief in een studentenvereniging die zich inzette voor sociaal-medische thema’s. Zo ondersteunden we vaak Turkse families bij hun doktersbezoeken. We herhaalden het medisch jargon, maakten hen wegwijs en zorgden voor voordelige tarieven. Ik heb daar nog speciaal Turks voor geleerd.

We organiseerden ook bijeenkomsten op woensdagnamiddag voor Turkse vrouwen en kinderen. Vaak kwamen er verschillende generaties samen. Dan zaten oma, mama en de kinderen rond de tafel en hadden we het over allerlei onderwerpen: van anticonceptie tot pijn bij het vrijen.’

Je deed stage in Kenia en je woont en werkt daar nu. Hoe gaat Kenia om met zwangerschap en moederschap?

‘In Kenia leeft men veel meer in gemeenschap. Dat is voor een stuk makkelijker, maar soms ook niet. Men zorgt samen voor de kinderen. It takes a village to raise a child*. Die gedachte leeft daar echt wel. Doordat mensen zo in gemeenschap leven, is men ook vertrouwd met de processen van het leven.

Maar er bestaan ook nog een aantal hardnekkige mythes. Wanneer een vrouw bijvoorbeeld niet zwanger kan worden, of wanneer er iets mis is met de zwangerschap, wordt de schuld automatisch bij haar gelegd. Dat is natuurlijk een minder mooie kant.’

Je hebt ook altijd een lans gebroken voor veilige abortus. Dat is in België pas mogelijk sinds 1990. Je bent trouwens zelf veroordeeld, omdat je aan de Vrije Universiteit Brussel abortussen uitvoerde toen dat nog niet legaal was.

‘Ik heb nooit iemand ontmoet die voor abortus is. Ik ben zelf ook niet voor abortus. Geen enkele vrouw wordt zwanger met het idee om nadien een abortus te laten uitvoeren. Soms is de zwangerschap niet gepland of niet gewild, of zijn de omstandigheden heel moeilijk, of is er een zwangerschap na seksueel geweld en verkrachting.

Meisjes en vrouwen moeten volgens mij zelf beslissingen kunnen maken over hun eigen lichaam. Als het kan, gebeurt zo’n abortus in overleg met de partner. Maar de uiteindelijke beslissing moet wel bij de vrouw liggen.

Ik heb er altijd voor gestreefd om ongewenste zwangerschappen te voorkomen door in te zetten op seksuele voorlichting en voorbehoedsmiddelen ter beschikking te stellen. Maar als het dan toch nodig is, dan moet abortus ook op een veilige manier mogelijk zijn.

Ik heb vrouwen zien sterven als gevolg van een onveilige abortus. Ik heb in mijn leven zo’n 18 000 vrouwen helpen bevallen. Spijtig genoeg zijn er ook 72 vrouwen onder mijn zorgen overleden. Veel onder hen waren jonge meisjes, te jong om zwanger te zijn, te laat om veilige en goede zorgen te krijgen, dikwijls na een slecht uitgevoerde abortus ...’

Dat moet moeilijk geweest zijn. Hoe ging je daarmee om?

‘Je moet daar uiteindelijk mee leren omgaan. Ik herinner me die vrouwen nog. Soms hun namen, soms hun gezichten. De details zijn vertroebeld, maar ze blijven me bij.

Die sterftes waren veelal te vermijden door preventie van ongewenste zwangerschappen en het aanbieden van veilige abortussen. Abortus verbieden of onbespreekbaar maken zorgt er alleen maar voor dat het op een onveilige manier plaatsvindt.

Hoe kijk je dan naar wat er nu in Texas gebeurt? Dat het recht op abortus wordt teruggeschroefd?

‘Dat is echt vreselijk. Dit gaat weer veel meer illegale en onveilige abortussen in de hand werken. En het zullen opnieuw de armste en vrouwen in kwetsbare posities zijn die hiervan het slachtoffer zullen worden. Tegen zo’n sociaal onrecht moeten we blijven vechten.’

Boezemt het geen angst in dat uitgerekend in de Verenigde Staten zo’n inbreuk op vrouwenrechten plaatsvindt?

‘Jazeker. We hebben als vrouwen inderdaad heel wat rechten verworven. Het stemrecht voor vrouwen kwam wel schandalig laat, maar goed. Vandaag de dag zijn er veel meer vrouwen in leidinggevende posities en hebben we meer seksuele en reproductieve rechten. Daardoor zijn we een beetje op onze lauweren gaan rusten. We onderschatten hoe sterk de oppositie van nationalisten, conservatieven en ‘machisten’ wel niet is. De rechten die wij nu hebben, zijn niet ‘verworven’. Dat zijn rechten waarvoor je dagdagelijks moet blijven strijden.’

Over ongelijkheid gesproken, wat vindt u van het feit dat sommige vaccinproducenten hun vaccinpatenten niet openstellen?

‘Ik vind dat onbegrijpelijk en onaanvaardbaar. Covid is niet zomaar ‘business as usual’. We moeten alles doen wat we kunnen om het virus onder controle te krijgen. In mijn ogen is dat ook het delen van de patenten. Daarmee zeg ik niet dat dat voor alle medische producten moet gebeuren. Legaal en economisch zou zoiets moeilijk liggen. Maar voor Covid moet zeker een uitzondering gemaakt worden. We moeten solidair zijn en samen aan één zeel trekken. Zolang een deel van de wereld gevaccineerd is en de rest niet, krijg je dit nooit onder controle.’

Wat is je grootste wens voor dit jaar en de jaren daarna?

‘Oh ik heb zoveel wensen (lacht). Op persoonlijk niveau wens ik dat we gezond en veilig kunnen blijven. Daarbuiten hoop ik dat we naar een wereld mogen evolueren met meer gelijkheid op alle vlakken. Niet alleen op het vlak van gender en vrouwenrechten, maar ik hoop ook dat er tussen arm en rijk meer sociale gelijkheid kan komen.’

*Vrije vertaling: iedereen in het dorp neemt zijn verantwoordelijkheid over de kinderen die er rondlopen.

Steun het Fonds Marleen Temmerman

De Universiteit Gent richtte als eerbetoon aan prof. dr. Marleen Temmerman het Fonds Marleen Temmerman op, met als doel om de activiteiten van het door Marleen opgerichte International Centre for Reproductive Health (ICRH) te ondersteunen.

Dankzij de activiteiten van het ICRH kunnen talrijke moeders in veiligere omstandigheden bevallen, krijgen slachtoffers van seksueel geweld de nodige medische, psychologische en juridische ondersteuning, worden kindhuwelijken tegengegaan, ...

Het Fonds Marleen Temmerman is volledig afhankelijk van vrijwillige bijdragen. Schenkingen en legaten zijn dan ook steeds zeer welkom.
www.ugent.be/schenken/nl/hoe-steunen/steun-een-fonds/fonds-marleen-temmerman.htm

Dit vind je misschien ook boeiend