Kruimelpad
- Home
- Alle Artikels
- Van evenementenplanner naar moeder
Van evenementenplanner naar moeder
Op voorhand hebben we de beste voornemens. Natuurlijk zouden we er altijd zijn voor ons kind, streng maar rechtvaardig opvoeden, nooit roepen, op woensdagmiddag samen knutselen met wc-rolletjes en stralend in de speeltuin de schommel duwen. Het is zo makkelijk een perfecte moeder te zijn, tot je daadwerkelijk kinderen hebt. De dag dat je misselijk van slaaptekort op het werk verschijnt met spuugvlekken op je schouder, herken je jezelf misschien niet meer. Net als op het moment dat je alweer op een lego-blokje trapt en je jezelf luider hoort vloeken dan je ooit voor mogelijk had gehouden.
Ook ik had alles voor elkaar als moeder. Tot ik daadwerkelijk kinderen had. Soms heb ik het gevoel dat ik allerlei moederschapswatertjes heb doorzwommen. Ik ben een aantal jaren alleenstaande moeder geweest, wat meer dan topsport is. Daarna kreeg ik een nieuw samengesteld gezin. Het zo gewenste derde kindje (dat we er ‘zomaar even bij zouden doen’) bracht een tweelingzusje mee.
Toen ik eenmaal bevallen was én opgestaan, en het leven weer enigszins op de rit kreeg, brak de coronacrisis uit.
Moe(der)
En op een dag stond ik voor de spiegel en keek ik in een asgrauw gezicht. Het gezicht van een vrouw die alle balletjes in de lucht probeert te houden. Een vrouw die de rollen van kok, moeder, evenementenplanner, huishoudster, maaltijdenchef, was-, droog- en strijkmanager, kledingverantwoordelijke, vuilnis- en afvalrouter, schoonmaakmanager, chauffeur, opvoeder, huisdierenverzorger, groenonderhoudmanager en administrator probeerde te combineren. En daarbij vergat te slapen, gezond te eten, te ontspannen en rust te nemen.
Een vrouw die op drie jaar tijd twintig jaar ouder was geworden. Een vrouw die las over parentale burn-out, over het belang van de eerste duizend dagen in het leven van een kind, over verantwoorde keuzes, hoogsensitief en mild ouderschap, regie nemen, … En van al die kennis nog meer stress kreeg.
Het roer om
Dat het zo niet verder kon, was duidelijk. Maar ik zat klem tussen de dagdagelijkse realiteit, het opvoeden zonder een gemeenschap om me heen en de druk om als moeder alles zo bewust en verantwoord mogelijk te doen. Tot de dag dat ik het boek Jagen, verzamelen en opvoeden las.
Kleine helpertjes
In het boek onderzoekt de Amerikaanse Michaeleen Doucleff waarom het moederschap haar zo zwaar valt. Ze neemt haar jonge dochter mee en gaat op reis naar allerlei plekken, waar ze probeert inzicht te krijgen in de opvoedingsstijl van inheemse culturen: de Maya’s, de Inuit en de Hadzabe.
Michaeleen komt tot het inzicht dat Westerse ouders de vreemdste ouders ter wereld zijn: WEIRD, wat een acroniem is voor Western, Educated, Industrialized, Rich en Democratic Societies*. De manier waarop wij kinderen opvoeden is zo ver afgedreven van het opvoeden zoals dat bij inheemse samenlevingen gebeurt, dat we als ouders vastlopen én onze kinderen er niet bepaald leuker op worden.
Evenementenplanner
Het boek hield me een spiegel voor. Ik was een evenementenplanner geworden die voortdurend opgejaagd en gespannen was. Ik liep altijd achter de feiten aan en had het gevoel geen of onvoldoende verbinding te kunnen maken met mijn kinderen. Ik deed mijn stinkende best en deed het toch nooit goed genoeg. Ik probeerde te leren hoe ik een goede ouder kon zijn door boeken te lezen en me te spiegelen aan hippe mama’s op Instagram, die elke dag een leuk uitje en een super verantwoorde lunchbox in petto hadden. Maar niemand werd er beter van. Noch ik, noch mijn kinderen.
Kleine hulpjes
Michaeleen vond op haar reizen veel inspirerende inzichten die ze toepast in haar eigen gezin. Eén inzicht uit het boek heeft voor mij het meeste verschil gemaakt: kinderen willen geen kleine prinsjes en prinsesjes zijn die tv mogen kijken terwijl hun ouders het huishouden bestieren en een leuk uitje plannen. Kinderen willen gewoon voelen dat ze deel zijn van het geheel en hun bijdrage kunnen leveren.
Ik begon mijn kinderen dus te betrekken bij de dingen die ik doe. Mijn dochters mochten de wasmachine vullen en aanzetten, mijn oudste zoon las de tweeling voor en mijn jongste zoon mocht afwassen. Verheugd riep hij uit dat dat leuker was dan tv én tablet samen.
Ik liet de kinderen de tafel dekken en keek toe hoe ze dat met een obsessieve precisie deden om het gezellig te maken. Mijn dochter Jutta kreeg een kindermes en rent naar de keuken als ze nog maar vermoedt dat er gekookt gaat worden. ‘Ik vind het zo leuk dat ik leer koken’, zei ze toen we samen een keer pannenkoekenbeslag hadden gemaakt. Ze is drie jaar.
Apetrots
Door samen te werken in de dagdagelijkse dingen, merkte ik dat ik rustiger werd. Ik moest niet langer een gedifferentieerd kinderanimatie-programma managen en in de marge daarvan het huishouden doen. We doen het gewoon samen en mijn kinderen vinden het huishouden blijkbaar een pak leuker dan de zoveelste binnenspeeltuin.
De band met mijn kinderen werd sterker en fijner, omdat we samenwerken en tijdens kleine klusjes gezellige gesprekjes hebben. Maar vooral: mijn kinderen stralen omdat ze mogen en kunnen bijdragen. Ze leren nieuwe dingen, ze hebben een actieve rol en zijn apetrots.
En ik? Ik ben niet langer een evenementenplanner, maar een moeder. Wat heerlijk.
Meer lezen?
Michaeleen Doucleff. Jagen, verzamelen en opvoeden. Wat we van oude culturen kunnen leren over het opvoeden van blije en behulpzame kinderen, Lev, 2021.