Kruimelpad
- Home
- Alle Artikels
- Slagerij zonder rollenpatroon
Slagerij zonder rollenpatroon
Slager is het mannenberoep bij uitstek. Want wat ligt er dichter bij het prehistorische jagen dan grote hompen bloederig vlees in stukken kappen met een hakmes? Misschien is het daarom dat er geen vrouwelijke term bestaat voor ´slager´ en geen mannelijke term voor ´slagersvrouw´.
Bij Keurslagerij Van Damme in Grimbergen liggen de kaarten anders: daar is het Heidi die het vlees kapt, terwijl haar man Reinhard thuis de was in de machine steekt. Het is een taakverdeling die bij de buitenwereld soms verbazing oproept, maar waarmee ze allebei heel tevreden zijn.
Na ze een aantal jaren in andere slagerijen gewerkt hadden, konden Heidi Thys (46) en Reinhard Van Damme (51) in augustus 1999 hun droom waarmaken: het opzetten van een eigen zaak. Oorspronkelijk werden de taken verdeeld zoals je zou verwachten: Reinhard deed het slagerswerk, Heidi bediende en ging met de klanten om. Buiten de openingsuren hield Reinhard zich bezig met de bankzaken en het personeelsbeleid, terwijl Heidi het huishouden runde.
Slager naar de crèche
Toen er kinderen kwamen, begon daar langzaam verandering in te komen. Omdat er altijd iemand in de winkel aanwezig moest zijn om de klanten te bedienen, lag het voor de hand dat Reinhard de kinderen naar de crèche of naar school bracht, terwijl Heidi in de slagerij bleef.
Heidi: ‘Ik heb hotelmanagement gestudeerd, dus aanvankelijk hield ik mij alleen met de winkel bezig en bleef ik uit het atelier. Maar wanneer er bijvoorbeeld een gourmet besteld werd op een moment dat mijn man onderweg was naar de crèche, dan moest ik er zelf aan beginnen. We hadden ook personeel, dus ik stond er niet alleen voor. Zo heb ik langzamerhand alle bereidingen leren maken. En wanneer mijn man de slagerij moest verlaten om de kinderen op te halen, maakte hij van de gelegenheid gebruik om thuis de was in te steken. Eigenlijk is het dus vanzelf gebeurd, zonder erover na te denken. Omdat dat het meest praktische was.’
‘Papa, is mijn trui al gewassen?’
Na verloop van tijd werden Reinhard en Heidi zo bedreven in hun taken dat er ze er niet meer aan dachten om de rollen weer om te draaien.
Reinhard: ‘Voor de was zorgen is best veel werk in een gezin met drie tieners; dat zijn zo´n zes à zeven wasbeurten per week. Maar ik heb dat goed in de vingers gekregen. Er is geen kledingstuk dat krimpt of verkleurt! Voor mijn kinderen is het heel normaal dat ze aan papa moeten vragen of een bepaald kledingstuk al gewassen is. Toen in de slagerij de kuisvrouw wegviel, ben ik daar trouwens ook de was beginnen doen.’
Heidi: ‘Het voelt goed dat ik in het atelier mijn plan kan trekken zonder een man erbij. Onlangs hadden we een bevriende slager op bezoek die mij aan het werk zag terwijl ik koteletten stond te kappen. Hij zei dat hij het zelf niet beter had gekund. Na verloop van tijd leer je goed kappen op het zicht. Dat is een vaardigheid die je kan aanleren. Waarom zou een vrouw zoiets niet kunnen? Als je het wíl leren, dan kán je het leren.’
Vrouw aan het roer
Ook de algemene leiding van de zaak kwam steeds meer in handen van Heidi.
Reinhard: ‘Administratie is iets wat mijn vrouw beter ligt, dus voor mij was het logisch dat zij dat overnam. Na verloop van tijd begonnen de klanten trouwens spontaan naar mijn vrouw te vragen wanneer ze ´de baas´ wilden spreken. En ook voor onze werknemers was het duidelijk wie de touwtjes in handen had, ook al hebben we daar nooit expliciet over gecommuniceerd. Wanneer iemand van het peroneel mij iets kwam vragen, zei ik altijd: ‘Vraag dat maar aan Heidi’. Dus nu staat mijn vrouw aan het hoofd van onze zaak, en ik heb daar geen enkel probeem mee. Ik zeg altijd: op een schip kan er maar één kapitein zijn. Als er twee mensen aan het roer staan die allebei een andere kant op willen, dan krijg je problemen.’
Reinhard neemt wel nog steeds een aantal taken in de slagerij voor zijn rekening. Zo levert hij de bestellingen aan huis, en gaat ook op verplaatsing koken, bijvoorbeeld bij barbecues of paella-feestjes.
Donderdag = zelfzorgdag
Zowel Heidi als Reinhard beseffen dat ze het harde werk enkel kunnen volhouden wanneer ze voldoende voor zichzelf zorgen. Ook daarin hebben ze een goed evenwicht gevonden.
Heidi: ‘Ik ben een echte book-a-holic, ik kan niet zonder mijn boeken. Dus zorg ik ervoor dat ik elke dag iets gelezen heb, tijdens de middagpauze bijvoorbeeld of om mijn dag af te sluiten. Ik houd ook mini-pauzes tussen het zware werk door. Dan neem ik de tijd om koffie te drinken, even te reflecteren of wat plannen te maken. Donderdag is mijn vrije dag, en die verloopt ongeveer elke week op dezelfde manier. ´s Morgens ga ik joggen, ´s middags eten we samen, en ´s namiddags ga ik de kinderen afhalen en boodschappen doen. Daarna ga ik zwemmen en wat bijkletsen bij een vriend. Voor mij is dat de perfecte donderdag. Dat geeft me energie voor de hele week. Reinhard gaat drie maal per week joggen en hij kan zelf kiezen wanneer. Doordat ik veel in de slagerij werk, heeft hij meer vrijheid. Maar ik heb daar geen problemen mee.’
En hoe reageert de buitenwereld op hun taakverdeling?
Heidi: ‘Ik denk dat de meeste mensen het wel cool vinden. Sommige mensen staan er niet bij stil dat slagerswerk door een vrouw kan gebeuren. Dus vind ik het wel tof dat we kunnen laten zien dat dit kan.’
Reinhard: ‘Bovendien denk ik dat we onze kinderen hiermee een goed voorbeeld geven. Dat ze opgroeien met het idee dat een huishouden en een bedrijf bestaan uit verschillende taken die iedereen naar eigen vermogen helpt uitvoeren, en dat er daarbij geen onderverdeling bestaat tussen ´mannentaken´ en ´vrouwentaken´. Ik denk dat dat heel waardevol is.’