Opinie - Geef huishoudhulpen de waardering die ze verdienen

Sarah Decoster
poetshulp huishoudhulp dienstencheques waardering

Kunnen we eindelijk oog hebben voor de huishoudhulpen zelf, vragen vijf middenveldorganisaties.

 

 

Tijdens de verkiezingscampagne bleef het debat over de dienstencheques beperkt tot de vraag of de overheid de prijs van de cheques moet optrekken. Dat gaat voorbij aan de essentie van de discussie: hoe moeten die middelen concreet worden ingezet? Momenteel zit de sector in een diepe crisis en worden de middelen weinig efficiënt ingezet. Klanten worden geconfronteerd met lange wachtlijsten en ondoorzichtige en voortdurend wijzigende tarieven. Bedrijven klagen over de vele permanent openstaande vacatures (5.000 bij de VDAB) en een dalende rendabiliteit – hoewel dat niet zichtbaar is in de miljoenen winst van de grote commerciële spelers, zoals Groep Daenens en Het Poetsbureau.

 

Wat vaak over het hoofd wordt gezien: de huishoudhulpen hebben het financieel steeds moeilijker. Niet alleen door het lage loon, maar ook door het verlies van hun recht op een eindejaarspremie. Bovendien kampen ze met steeds meer gezondheidsproblemen. Elke dag is één op de vijf huishoudhulpen arbeidsongeschikt, een op de tien is langdurig ziek. De medische klachten nemen toe naarmate men langer in de sector werkt.

 

Een (gesubsidieerde) sector die mensen naar de invaliditeit leidt, is geen voorbeeld van duurzaam beleid. De inzet van al dat overheidsgeld moet gerichter gebeuren.

 

De prijs voor een diensten­cheque bedraagt 9 euro. Dat bedrag is sinds 2014 niet gewijzigd. Het budget voor de dienstencheques bedraagt 1,6 miljard euro, geen peulenschil binnen de Vlaamse begroting (64 miljard euro). Meer dan 750.000 Vlaamse gezinnen maken er gebruik van, meer dan 90.000 huishoudhulpen halen er hun (weliswaar beperkt) inkomen uit. De dienstenchequesector staat daarmee in de top 5 van Vlaamse sectoren met de meeste werkgelegenheid.

 

Druppels op een hete plaat

 

De Vlaamse overheid subsidieert de sector voor 70 procent. In de vorige regeerperiode voerden de Waalse en de Brusselse regering belangrijke hervormingen door (betere werkomstandigheden, aanpassing van de prijs …). De voorstellen die de vorige Vlaamse regering deed, waren druppels op een hete plaat. Zo verwees ze vaak naar de Jobbonus als inkomensondersteunende maatregel voor de huishoudhulpen. De meeste huishoud­hulpen hebben inderdaad recht op de Vlaamse Jobbonus, maar die bedraagt gemiddeld 292 euro (of 24 euro per maand) en biedt dus weinig soelaas.

 

Hoog tijd om orde op zaken te stellen. Als we de verkiezings­programma’s van de aan zet zijnde partijen N-VA, Vooruit en CD&V bekijken, lijkt niets een betere toekomst voor de huishoudhulpen in de weg te staan. De N-VA wil de arbeidsomstandigheden van huishoudhulpen verbeteren. Vooruit wil het systeem hervormen om ruimte te creëren voor loonsverhogingen. CD&V wil dat de extra middelen voor dienstenchequebedrijven bij de huishoudhulpen terechtkomen.

 

Toch vrezen we dat de huishoudhulpen ook deze keer in de kou zullen blijven staan. 97 procent van de 90.000 huishoudhulpen in Vlaanderen is vrouwelijk, 55 procent is van buitenlandse origine. Ze werken vaak noodgedwongen deeltijds, zijn eerder kortgeschoold en vaak anderstalig. Het is dus geen groep die maatschappelijk veel gewicht in de schaal kan leggen. Sterker nog, ze worden vaak geconfronteerd met onderwaardering, vooroordelen en zelfs misprijzen.

 

 

Holle slogans

 

Daarom roepen we de toekomstige regeringspartners op om hun partijprogramma’s door te zetten, om politieke moed te tonen en op die manier werken ook voor huishoudhulpen lonend te maken.

 

Om de onderhandelaars te inspireren, bundelden verschillende middenveldorganisaties hun krachten in een toekomstvisie voor de huishoudhulpen. De prioriteiten daaruit zijn cruciaal voor het welzijn van de huishoudhulp en de werkbaarheid in de sector. We sommen ze hier even op.

 

Voorzie extra middelen voor de sector, in de eerste plaats door een eerlijke en transparante bijdrage van de klanten. Maak subsidies afhankelijk van kwalitatieve voorwaarden, zodat de (extra) middelen ten goede komen aan huishoudhulpen en klanten. Vermijd dat overheidsmiddelen naar aandeel­houders vloeien. Verplicht werk­gevers om te investeren in preventie en welzijn op het werk (dat doen ze momenteel niet: zie inspectierapport). Zorg voor een maatschappelijke waardering van huishoudelijk werk.

 

De onderhandelaars voor een nieuw Vlaams regeerakkoord staan voor een cruciale keuze. Hebben zij de moed om het stelsel van de dienstencheques fundamenteel te hervormen en huishoudhulpen de waardering, het eerlijke loon en de veilige arbeidsomstandigheden te geven die zij verdienen? Of blijft het bij holle slogans en weinig effectieve maatregelen?

 

Wij nodigen de toekomstige beleidsmakers uit om het tegendeel te bewijzen.

 

 

 

Heidi Degerickx (Vlaams Netwerk tegen Armoede), Sarah De Coster (Femma), Fauve Peirelinck (Furia), Kathianna Oppenhuizen (LEVL), Kris Vanautgaerden (ACV Voeding en Diensten).

 

 

Deze opinie verscheen in De Standaard op 5 - 07 -2024 

Geef huishoudhulpen de waardering die ze verdienen | De Standaard

Dit vind je misschien ook boeiend