Kruimelpad
- Home
- Alle Artikels
- De oorlog in Oekraïne: ‘Ik heb eerst twee dagen gehuild. Dan ben ik in actie geschoten’
De oorlog in Oekraïne: ‘Ik heb eerst twee dagen gehuild. Dan ben ik in actie geschoten’
De Oekraïense Kateryna Zgadzay woont sinds 2014 in België. Na haar economische studies volgde ze haar Brusselse lief, intussen echtgenoot, naar hier. Ze werkt vandaag als verzekeringsspecialiste en heeft een zoontje van vijf.
Jij bent vrijwilliger in de Vereniging van Oekraïense vrouwen in België. Wat doet die organisatie?
Kateryna: ‘Wij verenigen Oekraïense vrouwen in België en verdedigen de belangen van Oekraïne hier. We verbinden vrouwen uit Oekraïne die hier leven, of vrouwen met een Oekraïense migratie-achtergrond. We proberen onze Oekraïense identiteit te bewaren. Ook steunen we veel goede doelen in ons moederland. Dat doen we door bijvoorbeeld liefdadigheidsacties te organiseren en geld in te zamelen. Voor de oorlog van 2022 waren er bijvoorbeeld al veel weeskinderen. Die ondersteunen we dan financieel.
Onze organisatie bestaat al sinds 1948. Na Wereldoorlog II trokken veel Oekraïense mannen naar België om in de mijnen te werken. Hun vrouwen kwamen mee. Ze zochten steun en gezelschap bij elkaar, wilden hun tradities bewaren en richtten deze organisatie op. De voertaal is het Oekraïens. We hebben afdelingen in Brussel en Antwerpen.’
Eind februari valt Rusland Oekraïne binnen …
‘Voor mij was dit compleet onverwacht. Oekraïners hier, en in Oekraïne, wisten wel dat Rusland met een inval dreigde. Toch dachten mijn ouders en ik niet dat dit echt zou gebeuren. We waren compleet in shock! Ook mijn vrienden hadden nooit gedacht dat dit een grootschalige oorlog zou worden. Ik heb twee dagen non-stop gehuild. Dan heb ik mezelf herpakt en heb ik een fondsenwervende campagne georganiseerd vanuit onze organisatie. Zo lukte het me beter om met mijn stress om te gaan.’
Hoe gaat het met je familie?
‘Mijn ouders zijn gescheiden. Mijn mama woont in Kiev. Ze vluchtte eerst naar een vriendin net buiten de stad. Mijn vader en zijn vrouw wonen noordelijker, op een plek die heel zwaar gebombardeerd is. Het kostte me veel moeite om mijn vader te overtuigen uit Oekraïne te vertrekken. Via mijn contacten regelde ik dat hij met de auto in een konvooi kon vluchten. De tocht was gevaarlijk en duurde vier dagen. Intussen zijn ze alle drie in België. Via vrienden kon ik een verblijf voor hen vinden.
Mijn oma is nog in Oekraïne. Ze woont in een rusthuis en is niet mobiel. We zijn heel ongerust over haar. Er is op dit moment geen telefonisch contact mogelijk. Ook mijn tante is nog in Oekraïne. Ze schuilt voor de zware bombardementen en heeft nog maar een beetje eten in voorraad…’
En jij zette van hier uit meteen een grootschalige actie op?
‘Ja. We merken dat Oekraïense vluchtelingen – en dat zijn vooral vrouwen – grote noden hebben. Ze hebben een plek nodig om te wonen. Ze zijn meestal gevlucht met een klein koffertje en hebben bijna geen kleding of andere spullen bij. Velen haalden een pak cash geld af, vooraleer ze vluchtten. Dat geld krijgen ze hier niet gewisseld in euro’s. Ze hebben dus vaak ook geen geld.
Daarom hebben we een verzamelpunt voor goederen opgericht in gemeenschapscentrum Nekkersdal in Laken, Brussel. Wie wil, kan daar goederen brengen. Wij communiceren met de vluchtelingen via Facebook, zodat ze de weg naar die plek vinden en er kunnen halen wat ze nodig hebben.
Ik vind het ongelofelijk dat zoveel mensen in dit land hun huizen en hun hart opstellen voor vreemde mensen. Belgische vrienden van me belden me meteen op en boden hulp. ‘Kateryna, heb je al iemand gevonden, want ik heb hier twee kamers vrij.’ Mijn ouders schoven tien uur aan om zich te registreren als vluchteling in Brussel. Ze vertelden me dat er voortdurend Belgen eten kwamen brengen en muziek spelen om het lange wachten wat makkelijker te maken. Dat ontroerde hen.’