Kruimelpad
- Home
- Alle Artikels
- ‘Feminisme is eerlijk delen en niet slaan’: een interview met de iconische Nederlandse feministe Anja Meulenbelt
‘Feminisme is eerlijk delen en niet slaan’: een interview met de iconische Nederlandse feministe Anja Meulenbelt
Zijn vrouwen pas geëmancipeerd als ze een fulltime baan hebben? Niet als het van Anja Meulenbelt afhangt. De Nederlandse is auteur van 51 boeken. Met haar boek ‘De schaamte voorbij’, dat ze in 1976 uitbracht, werd ze prompt een kopstuk van de tweede feministische golf. ‘Maar ik ben vooral een feministe van nu’, vertelt Anja. Lees hier een interview met de immer inspirerende Anja Meulenbelt: ‘Feminisme is eerlijk delen en niet slaan.’
Je hebt een indrukwekkend palmares aan boeken op je naam staan. Zo is ondertussen je 52ste boek al onderweg. Waar blijf je de inspiratie vinden?
Anja Meulenbelt: ‘Toen ik net begon te schrijven, vond ik nergens boeken waarin ik mezelf kon herkennen. Daarom ging mijn tweede boek De schaamte voorbij over mijn eigen geleefde leven. Geen feministische theorie, maar het rauwe relaas van mijn leven als alleenstaande moeder. En ja, als ik een boek wil lezen, en ik vind het niet, dan schrijf ik het zelf.’ (Lacht)
Wat betekent feminisme voor jou?
‘Feminisme wordt vaak beschouwd als gelijkheid tussen mannen en vrouwen. Maar dat klopt volgens mij niet helemaal. Want aan wie wil je gelijk zijn? Betekent het dat een vrouwelijke CEO evenveel wil verdienen als haar chauffeur? Niet dus. Je kan niet van gendergelijkheid spreken zonder het ook te hebben over ongelijkheid in klasse. ‘Eerlijk delen en niet slaan’, is voor mij nog de beste definitie van feminisme.
In Nederland lijkt het feminisme te blijven steken in het mainstream feminisme. Moederschap en zorg wordt buiten het verhaal van feminisme gehouden. Maar die combinatie tussen werk en de zorg voor anderen en zichzelf is voor heel veel vrouwen niet zo vanzelfsprekend.
Sommige hoogopgeleide vrouwen raden elkaar aan om zoveel mogelijk huishoudelijke en zorgtaken uit te besteden. Maar ze vergeten daarbij al snel dat dat voor veel vrouwen niet evident is. Denk maar eens aan kortgeschoolde vrouwen, of vrouwen die in precaire jobs werken zoals schoonmaak- of zorgpersoneel. Die hebben niet de financiële marge om dingen uit te besteden.
Dat betekent dat we dus vergeten dat het ook over klasse gaat. Want je kan wel een poetsvrouw in huis nemen, maar wie poetst de boel bij haar thuis? Of zoals Titti Bhattacharya treffend verwoordt: ‘Als een vrouw door het glazen plafond breekt, wie veegt de scherven dan op?’ Vrouwen die hogerop raken, doen dat dus al te vaak ten koste van de slechtbetaalde vrouwen onder hen. Feminisme gaat dus niet alleen over gender, maar ook over klasse.’
Is het mainstream ‘powerfeminisme’ dan te individualistisch?
‘Het positieve daaraan is dat ‘feminist’ niet langer een scheldwoord is. Heel veel jonge vrouwen noemen zich vandaag met trots feminist.
Maar spijtig genoeg wordt de emancipatie van vrouwen wel als een individueel probleem gezien. Als jij als vrouw maar hard genoeg werkt en verdient, gebeurt die emancipatie vanzelf wel. Hun zorgtaken moeten ze maar met time management en discipline zien te redden. Maar zo zit het niet in elkaar.
Als feministen zouden we een visie moeten hebben over een samenleving waarin zorgen voor elkaar centraal staat. Het gaat dan om zorgen voor kinderen en ouderen, maar ook over zorgen voor vrienden en buren. We moeten evolueren naar een rechtvaardige samenleving waarin winst maken niet centraal staat. Het blijft mij een raadsel waarom we toch denken dat alleen betaald werken voor de winst ons kan emanciperen.’
We hebben dus een opwaardering van zorg nodig?
‘Precies! Wij moeten als maatschappij eens goed nadenken over zorg. Zorg moet geherwaardeerd worden. Burenhulp, het verzorgen van ouderen, of de professionele zorg die onderbetaald is.
Volgens mij moet daarom de hele herverdeling van werk anders. We moeten met z’n allen minder gaan werken. Vrouwen, maar ook mannen. Mannen moeten ook hun verantwoordelijkheid opnemen voor het feit dat kinderen zorg nodig hebben. Ik ben een voorstander van collectief minder te gaan werken. Met jullie experiment van de 30-urige werkweek is Femma Wereldvrouwen een echt voorbeeld voor mij. Jullie hebben besloten dat onbetaalde zorgarbeid ook werk is. Dat huishoudelijk werk politiek is. En dat is revolutionair. Ook binnen het feminisme.’
Wanneer we het over feminisme hebben, denken we nog al te vaak aan een persoonlijke strijd van vrouwen met de mannen in hun leven. Maar hoe kunnen alleenstaande mama’s baat hebben bij feminisme?
‘Ik ben zelf alleenstaande moeder geweest. Dat inspireerde me trouwens voor mijn boek De schaamte voorbij, waarin ik mijn ervaringen als alleenstaande moeder vertel. En ik kan je vertellen, het is allesbehalve gemakkelijk. Het heeft me zelfs in de armoede gedwongen. Het leven is niet simpel als je als vrouw alleen een kind moet opvoeden.
Laatst was ik te gast bij een organisatie voor alleenstaande moeders. Dat herinnerde me aan hoe moeilijk alleenstaande mama’s het hebben. Het is haast onmogelijk om deeltijds werk te vinden waarmee je voldoende verdient om jezelf en een kind te onderhouden. Daardoor leeft een kwart van de alleenstaande moeders onder de armoedegrens.
De hoge energieprijzen zijn voor veel alleenstaande mama’s nu de laatste druppel. En de overheid dweilt met de kraan open. Ze geven wel premies, maar die pakken de kern van het probleem niet aan.
We moeten dus dringend structurele veranderingen doorvoeren. Dat kan niet als je het kapitalistische systeem ongemoeid laat. Grote bedrijven moeten evenredig belast worden, en moeten dus meer bijdragen aan de maatschappij. De uitkeringen en het minimumloon moeten omhoog, en kinderopvang moet gratis worden. Maar uiteindelijk zijn dat allemaal deeloplossingen. In feite hebben we eerst waardering nodig. Kinderen opvoeden is een belangrijke taak in de maatschappij. Het wordt hoog tijd dat we dat inzien.’
Moeders met kinderen leveren duidelijk een belangrijke zorgbijdrage aan de maatschappij van morgen. Maar hoe kan je als bewust kindvrije vrouw ook een zorgbijdrage leveren?
‘Het is niet omdat je geen kinderen hebt, dat je zelf geen zorgbijdrage kan leveren aan de maatschappij. Je buren helpen, ouderen verzorgen, aan vrijwilligerswerk doen: het zijn allemaal manieren om zorg bij te dragen. En je betaalt via de belastingen ook een bijdrage aan de komende generatie. Dat zijn heel waardevolle zaken die je als kindvrije vrouw kan doen.’
Een ander belangrijk thema binnen feminisme is grensoverschrijdend gedrag. In Nederland was er een paar weken geleden een ontzettende ophef over de Me Too-affaire bij The Voice Nederland. Hoe sta jij daar tegenover?
‘Me too is misschien wel een van de grootste verdiensten van het moderne feminisme. Jarenlang was er te veel tolerantie voor grensoverschrijdend gedrag. Vroeger heerste er nog een enorme zwijgcultuur. Je werd als vrouw eerst sterk in twijfel getrokken wanneer je aangifte deed van seksueel ongewenst gedrag. Jonge vrouwen in hiërarchische organisaties stonden toen enorm kwetsbaar en konden hun job verliezen als ze ruchtbaarheid gaven aan de ongewenste handelingen van hun mannelijke collega’s of bazen.
Het tij is nu aan het keren. Door middel van sociale media krijgen vrouwen sneller een platform om hun ervaringen te delen. In tegenstelling tot vroeger zijn het nu de geweldplegers van wie de carrière op het spel staat. Door het The Voice-schandaal worden een aantal bekende Nederlandse mannen genadeloos afgestraft door de media; ze zien hun carrière in rook opgaan. Wie dat overdreven vindt, moet maar iets beters verzinnen. Ervoor zorgen dat het rechtssysteem eerlijker functioneert bijvoorbeeld.’
Feminisme gaat over een eerlijke verdeling, ook op het gebied van afkomst en klasse. Wanneer ik denk aan de Oekraïnecrisis, valt het me op dat er heel wat meer solidariteit is met de Oekraïense vluchtelingen dan met pakweg Syrische vluchtelingen. Waarom is er toch zoveel meer solidariteit met witte mensen dan met mensen van kleur?
(Diepe zucht) ‘Noem het maar racisme. Het is het soort racisme waarvan mensen zelfs niet eens beseffen dat zij het uitdragen. Ze herkennen niet dat ze als vanzelfsprekend hun hart meer openen als het gaat om mensen die op hen lijken.
Ik kom al 25 jaar in de Gazastrook. De situatie daar is absoluut rampzalig en doet niet onder voor wat er in Oekraïne gebeurt. In Palestina zijn er net zo goed eindeloze schendingen van mensenrechten. Maar nu gaan er miljoenen naar Oekraïne, en dat is hen absoluut gegund. Ik ben blij dat we eindelijk eens wat minder streng zijn voor vluchtelingen. Maar tegelijk hoop ik wel dat er over de hele lijn meer solidariteit met vluchtelingen komt. Het is voor mij absoluut geen concurrentiestrijd. Maar we moeten niet alleen Oekraïne steunen, maar ons hart ook openstellen voor vluchtelingen wereldwijd.’
Foto door: Gover De Roos / SP