Als ik het niet doe, doet niemand het

Uit onderzoek blijkt dat vrouwen gemiddeld 9,5 uur per week meer aan huishoudelijke taken en zorg besteden dan mannen. Meer nog: mannen hebben elke week zes uur meer vrije tijd! En wanneer er kinderen in het spel zijn, vallen we vaak terug op een traditioneel rolpatroon: mama zorgt voor de kindjes, papa zorgt voor brood op de plank. Het blijkt dus aartsmoeilijk om die traditionele taakverdeling te doorbreken. Maar hoe komt dat eigenlijk? Waarom slagen we er nog steeds niet in de taken thuis evenwichtig te verdelen? Vier jonge ouders vertellen over hun ervaringen rond taakverdeling in het gezin.

 

Lien (34): mama van een dochtertje (4) en een zoontje (2)

 

‘Ik ben momenteel werkzoekend en volg ’s avonds gebarentaallessen. Thuis doe ik alles, zowel in het huishouden als de zorg voor de kinderen. Als ik iets niet doe, blijft het liggen. Mijn partner lijkt het gewoon niet op te merken en heeft vanuit zijn opvoeding ook nooit geleerd iets te doen. Tegenwoordig zet hij af en toe zijn eigen bord in de vaatwasser of soms gaat hij in het weekend naar de bakker. Terwijl ik mijn best doe om het huis ordelijk en netjes te houden - wat met twee kinderen sowieso al niet gemakkelijk is - laat hij rommel rondslingeren of laat hij de badkamer vies achter. Zelfs op avonden dat ik les heb, zorg ik ervoor dat de kinderen in bed liggen voordat ik vertrek. Als ik hem vraag om te helpen, is hij chagrijning. Let op, hij is een lieve man en we hebben een goede relatie, maar ik merk dat de oneerlijke taakverdeling soms tot conflicten leidt. Als de kinderen ziek zijn en ik al een paar slechte nachten achter de rug heb, vind ik het jammer dat ik een afwijzing krijg wanneer ik vraag om voor de kinderen te zorgen. Doordeweeks begrijp ik dat wel, hij werkt lange dagen en ik ben thuis. Maar in het weekend zou ik graag zien dat de zorg beter verdeeld is. Zelfs wanneer ik ziek ben, rust de zorg nog steeds op mijn schouders. We overwegen zeker niet om uit elkaar te gaan, maar ik wil wel dat er iets verandert. Soms laat ik het liggen in de hoop dat hij het opmerkt. Maar hij merkt het niet op of zegt er niets over, en uiteindelijk ruim ik het dan maar zelf op.’

 

Sarah (30), mama van een dochtertje (2)

 

‘Ik ben een thuisblijfmama en neem voltijds ouderschapsverlof totdat mijn dochter naar school gaat. We hebben bewust voor deze situatie gekozen en ons leven eromheen georganiseerd, bijvoorbeeld door een kleiner huis te kopen. Ik vind het normaal dat het huishouden mijn verantwoordelijkheid is, aangezien mijn man fulltime werkt. Maar het valt me wel tegen dat de volledige zorg voor onze dochter op mij neerkomt. Wanneer mijn man ’s avonds thuiskomt van zijn werk, kijk ik ernaar uit om haar even aan hem over te dragen, zelfs al is het maar voor een moment zodat ik even rustig naar het toilet kan gaan. Maar wanneer hij thuiskomt, wil hij rust en blijft onze dochter bij mij. Zelfs de nachten en de vroege ochtenden zijn altijd mijn verantwoordelijkheid, ook in het weekend. Terwijl ik aan het koken ben, zorg ik voor haar terwijl hij op de bank zit met zijn smartphone. Voor hem is het vanzelfsprekend dat ik op haar let, hij kan zelfs in slaap vallen voor de televisie terwijl zij rondloopt. Dat zou ik nooit kunnen. We hebben hier al veel gesprekken over gehad en hij begrijpt me wel. Als ik hem vraag om te helpen, doet hij het wel. Maar ik moet er wel om vragen. Hij zal nooit uit zichzelf aanbieden om mij eens te laten uitslapen of om zelf voor haar te zorgen. Toen ik nog werkte, was de taakverdeling in ons huishouden beter. Het was zeker niet gelijk verdeeld, maar hij deed wel zijn deel. Ik vertrouw erop dat de taken weer beter verdeeld zullen worden zodra ik weer aan het werk ga. Maar ik denk dat de zorg voor onze dochter altijd mijn taak zal blijven. Mannen zijn onzekerder als het om kinderen gaat, en omdat ze vanaf het begin niet gedwongen worden om voor hun baby te zorgen, verdwijnt die onzekerheid nooit helemaal.’

 

Folker (30), papa van een zoontje (6 maanden)

 

‘Mijn vrouw en ik werken allebei fulltime. Omdat ik pendel en zij dichter bij huis werkt, besteedt zij meer tijd aan het huishouden en de zorg voor onze zoon dan ik. Maar we zijn allebei tevreden met de taakverdeling bij ons thuis. Ik heb nooit alleen gewoond, ben direct vanuit het ouderlijk huis gaan samenwonen en moest dus alles leren. Maar ik vind het belangrijk om mijn deel te doen. Tijdens de zwangerschap heb ik extra taken op me genomen omdat het anders te zwaar voor haar zou zijn. We verdelen het koken, afwassen en de was. Ook de zorg voor onze zoon is goed verdeeld, behalve als het om de voeding gaat. Mijn vrouw geeft borstvoeding, dus de nachten zijn sowieso voor haar. Ze maakt me alleen wakker als het echt nodig is. Tijdens haar lunchpauze gaat ze ook altijd naar de crèche. Los daarvan probeer ik evenveel tijd met onze zoon door te brengen. We zijn ook van plan om op termijn allebei vier vijfde te gaan werken. Hoewel ik mijn best doe, is zij degene die nadenkt over de organisatie en de planning. Ik laat de dingen meer op me afkomen en ben meer uitvoerend. Op zaterdag denkt mijn vrouw al na over het avondeten op maandag, terwijl ik daar pas aan denk tegen het einde van het weekend. Maar als ik naar mijn omgeving kijk, denk ik dat we het redelijk goed doen. Het ergste is dat ik complimenten krijg omdat ik mijn deel in het huishouden doe, terwijl dat eigenlijk vanzelfsprekend zou moeten zijn.’

 

Elke (35), mama van 3 kinderen (6, 5 en 1,5)

 

‘Zelf vond ik moeilijk een evenwicht tussen halftijds werken en voor de kinderen zorgen. Mijn man sprong bij en zocht mee oplossingen als de kinderen ziek waren, mijn man kookte de dagen dat hij eerst thuis kwam. Als het te vuil werd in huis, zou hij mee kuisen en de strijk doen als het moet. Hij doet ook het werk in de tuin, vaak doen we dat samen. Ik heb het lastig met de verwachting van de samenleving dat ook vrouwen een betaalde job moeten hebben en mee kostwinner moeten zijn. Ik heb er dan ook op dit moment voor gekozen om me niet meer 'slaaf' te voelen van het werk en in mijn parttimejob meer uren te doen, onvoorspelbaarheid te hebben, en stress mee te dragen. Ik vind mijn draai en het geeft me voldoening om in huis mama te zijn. De financiële consequenties nemen we er graag bij. Maar het is wel beangstigend dat, als ik later alleen zou achterblijven en er geen weduwepensioen meer zou bestaan, ik op niets kan terugvallen. Zelfs als mijn man minder zou werken, zou ik nog degene zijn die thuis wil zijn om de kinderen te halen en te brengen van en naar school, met hen te spelen, voor hen te koken, naar de hobby’s rijden … Ik heb de hele zomervakantie voltijds voor mijn drie kinderen gezorgd en heb me geen moment verveeld.’